— 255 —

voert tot den idealen staat. De beweging die daartoe drijft, is een deel van den wereldloop en openbaart zich als het noodzakelijke noodlot der menschheid. Dit is even sterk als de wil van de enkelvoudige eenheid boven of achter de wereld en terwijl aan deze geloofd wordt, zal het wezen van dit noodlot door de kausaliteit, die tot gemeenschap is verruimd, door den mensch geweten worden.

De staat nu is de vorm, waarin die beweging, het noodlot der menschheid zich voltrekt. Vandaar dat hij steeds vordert en streeft naar de bestmogelijke gemeenschap. Dat noodlot vordert van iederen burger de toewijding aan het algemeen, d. i. de liefde tot den staat. Tegenover het „de gerechtigheid moet komen door het geloof" plaatst dus de immanente filosophie: „de toewijding aan het algemeen moet komen door het weten."

Geeft die kennis nu groot voordeel? Dan en dan alleen kan zij den wil ten goede voeren.

De natuurlijke egoist denkt alleen aan zijn voordeel, hoe ook verkregen. Anderen willen wel iets, maar zich geheel geven — dat niet. Het christendom dreigde met loon en straf. De immanente zedeleer kent de hel van den tegenwoordigen staat en den hemel van den idealen en daarom zegt zij: gij leeft voort in uwe kinderen, in hen viert gij uw wedergeboorte. Maar zoolang die ideale staat er niet is, wisselen de toestanden af. Heden rijk, morgen arm, heden hamer, morgen aanbeeld. Gij handelt dus tegen uw algemeen welzijn, als gij die orde van zaken tracht te behouden — zoo luidt haar bedreiging en haar belofte is de ideale staat, vrij van nood en ellende.

Deze kennis der menschen I». dat hij in zijn kinderen herleeft, 2". dat de tegenwoordige orde van zaken de verandering van toestand noodzakelijk tot voorwaarde heeft, 3°. dat in den idealen staat het beste leven gewaarborgd is aan allen, 4» dat de beweging der menschheid gaat in de richting van den idealen staat, deze kennis kan den wil ontvlammen.

De beweging der menschheid in de richting van den idealen staat is een feit, maar daar stilstand onmoglijk is, moet zij een rustelooze wezen. Is dus de menschheid in dien staat