— 249 —

en kwade in de natuur te zien en het best van beiden voor zich aan te wenden.

In elk geval zien we, dat de pessimisten er zoo boos niet uitzien, als zij zich voordoen. Geen hunner predikt den zelfmoord, ofschoon dat een konsekwentie zou wezen van hun stelsel. Alleen Schopenhauer begunstigt hem indirekt, maar deze had ook een zeer zwaarmoedig en wantrouwend temperament, hetgeen van vele pessimisten niet getuigd kan worden.

Het boek van Mainlander, zoo vol van kennis en doorzicht, geeft veel stof tot nadenken en niemand zal de lezing van die 623 bladzijden, waaruit het bestaat, hebben voltooid, zonder zijn geest verrijkt te hebben. Ik wensch ten opzichte van twee punten, namelijk: zedeleer en politiek zijn gedachtengang ongestoord en in korten vorm mede te deelen, om ten slotte daaraan eenige opmerkingen en beschouwingen vast te knoopen. De lezer, die belangstellend deelneemt aan het leven in zijn rijke verscheidenheid, zal mij, hoop ik, dankbaar zijn, dat ik die rijke bron van kennis voor hem heb ontsloten. Eens zijn, is hier de vraag niet —■ er is eensigheid genoeg bij gebrek aan nadenken — maar een opwekking, om die vraagstukken op nieuw te overwegen en ze voortdurend te houden onder het bereik van het vrije onderzoek —■ dat moet ons streven zijn.

I. De zedeleer.

De zedeleer (ethiek) is gelukzaligheidsleer. Haar taak is dus: te onderzoeken wat in staat is de behoeften van het menschelijk hart te bevredigen, d. i. gelukkig te maken en de middelen aan te wijzen, waardoor de mensch tot het hoogste geluk kan komen.

Hoofdstreven van den mensch is om te leven en zich in het leven te behouden. Dit treedt in den mensch op als egoïsme. Ieder mensch wil de volle bevrediging zijner begeerten en daar men hem hierin hindert, daarom strijdt hij. Een ongestoord leven, waarin hij heeft wat hij wenscht, is onmogelijk en daar-