— 248 —

heel in de verte ligt dus zijn pessimisme. Tot dien tijd is het optimisme of het streven naar lust en verhooging van het bewustzijn de plicht van elk individu, want daardoor werkt hij mede, volgens H., aan de komst van het pessimisme.

Hierover zijn de pessimisten het echter onderling niet eens, ten minste de middelen om tot dat doel te geraken, zijn bij von Hartmann en Mainlander juist tegenover elkander staande. Mainlander zegt: ongehuwd leven en volkomen kuischheid bespoedigen het doel. Men vergelijke zijn aanhalingen van Goethe en A. van Humboldt op hl. 21 o. Hij is konsekwenter dan von Hartmann, als hem de gedachte pijnigt in de laatste oogenblikken van bewustheid, dat hij voortleeft in zijn kinderen, dat hij, om zichzelf een korte vreugde te verschaffen, op anderen de last van een ondragelijk leven heeft gelegd en daardoor in zooverre het lijden van het heelal verlengd.

Hartmann keurt dien raad ten sterkste af en dringt er op aan, om zich in aantal sneller te vermeerderen dan ooit, om de ledige plaatsen aan te vullen en wel zoo goed mogelijk. Onthouden zich de ontwikkelden van voortplanting van hun geslacht, dan krijgen de onwetenden de bovenhand en alsdan worden de lagere klassen inderdaad gevaarlijk voor de maatschappij. Drie illusies moeten volgens hem worden opgeruimd voordat het einde kan komen: 1 °. de onderstelling dat werkelijk geluk verkregen kan worden door individus in dit leven, in de tegenwoordige periode van ontwikkeling in de wereldgeschiedenis; 20. het geloof, dat zulk een geluk hiernamaals in een onsterfelijk leven aan gene zijde van het graf is te verkrijgen; 30. de droom van toekomende volmaaktbaarheid van het menschelijk geslacht. Om deze illusies te vernietigen, moet de kennis vermeerderd worden, want „wie kennis vermeerdert, vermeerdert zorg." Vermeerdering van kennis en de rampen, veroorzaakt door overbevolking, zullen er meer en meer toeleiden, om de menschheid te overtuigen van de ellende van het bestaan en den spoed om het heelal aan zijn eind te helpen.

Tegenover pessimisme en optimisme, zoo las ik eens ergens, moet het omnismc gesteld worden, dat streeft om het goede