DE WIJSBEGEERTE DER VERLOSSING.

Boeken als die Philosophie der Erlösung van Philipp Mainlander en die Phaenomenologie des sittlichen Bewusstseins van Eduard von Hartmann zijn geen alledaagsche verschijnselen. Beiden zijn van 'pessimisten. Door de geheele literatuur gaat ontegenzeggelijk een pessimistische strooming, die den afdruk-van onzen tijd mag heeten. Geen wijsgeer immers zoo populair als von Hartmann! Is dat te bevreemden ? Geenszins: voor den opmerkzamen waarnemer zijn de verhoudingen in het maatschappelijk leven zoo gekunsteld en treurig, dat men er haast wel toe komen moet, om zich te scharen onder de pessimisten, die het leven zelf houden voor de grootste ramp.

Wie de meesterlijke schildering van Gibbon heeft gelezen in zijn Geschiedenis van het verval en den ondergang van het romeinsche keizerrijk, hij moet groote overeenkomst zien tusschen dien tijd en den onzen. Een Tacitus, een Juvenalis, een Suetonius, zij hangen tafreelen op van zedelijke verdorvenheid, waaraan wij meermalen herinnerd worden door hetgeen wij rondom ons zien of wat in de literatuur onzer dagen wordt meegedeeld. De romeinsche keizers van toen waren slecht, heel slecht, maar niet slechter dan de omgeving te midden waarvan zij leefden. Hoogstens kan men in hen het kulminatiepunt der slechtheid vinden, maar door alle rangen en standen openbaarden zich dezelfde teekenen van korruptie. Men genoot het leven zoo goed als men kon met gebruikmaking van al