— 243 —

welk werk hij grondig scheen te kennen, en wees op eene plaats, die hem tegen de natuur scheen te strijden. Het betrof namelijk Werthers opvatting, die zich door de bejegening van den gezant, bij wien hij secretaris was , onherroepelijk in zijne eer gekrenkt achtte. Niet den zelfmoord keurde Napoleon af.

Wat Napoleon echter niet deed, kan daarom wel door den heer Berckenhoff geschieden. Zoo ter loops, terwijl hij juist aan de vivisectie van Gretchen bezig is, maakt hij ook eventjes Werther af. „Wat zou — zoo oppert de criticus — er van Werther geworden zijn, als hij zich niet voor het hoofd had geschoten, maar burgerlijk braaf, tot afleiding, een buitenlandsch reisje ondernomen had ? Eenvoudig wat hij inderdaad geworden is: een voornaam dichter en deftig heer! Göthe-Werther was verstandig genoeg, zich van zijne Lotte te spenen. Het pistoolschot , dat Werther doodde, gaf het leven aan het boek. Dit knaleffect, in den waren zin des woord, was bepaald noodig voor den opgang van het werk".

Die meening heb ik meer hooren uiten, doch altijd door personen, die geheel onbekend waren met de geschiedenis van den Werther, zoowel als met den tijd, waarin het boek het licht zag. Lessing en Schiller gaven hunne adhaesie aan den zelfmoord, die hier door de poëtische waarheid dringend vereischt werd. Göthe ging reeds anderhalf jaar na zijn afscheid van Lotte van zijn boek zwanger, hij wist niet hoe hij er de afronding aan zoude geven, want hij gevoelde wel, dat hij Werther niet een buitenlandsch reisje kon doen maken, om hem te genezen, evenals hij zelf door verwijdering zich uit den toovercirkel redde. Werther zou toch nooit verder zijn gekomen dan het naaste dorp, als men nagaat hoeveel moeite het Göthe reeds kostte om van zijne liefde te scheiden, hoe die krachtige natuur telkens weêr op 't punt stond naar haar toe te vliegen. Gelukkig voor het boek, valt er toen een pistoolschot, een werkelijk pistoolschot, dat het leven van den jongen Jeruzalem uitbluschte, die de hand aan zich zeiven sloeg uit onbevredigde liefde en wederwaardigheid in zijne maatschappelijke positie. Dat is de eenige ware en mogelijke oplossing voor het gegeven karakter, en dat dit karakter juist is