— 2T3 —

in woorden te kunnen brengen; doch het voorstel hem zooeven gedaan is daarom zoo stuitend wijl het bedrog, dat er in lag opgesloten, onbewimpeld was.... uitgesproken.

Langen tijd, en op velerlei wijs, kan een mensch de menschen en zichzelf bedriegen en een sluier spreiden over elk bedrog.

Maar een kleiner leugen kan hem stuiten wanneer die leugen den sluier van zelfverblinding mist.

Lang zat hij te mijmeren. Vage gevoelens overmeesterden hem; een afkeer van zichzelven, gelijk hij dien meermalen voor korten tijd gevoeld had, drong zich weer aan hem op. Maar toch — hij had den moed niet de vermeende reddingsplank van zich te stooten. Vermolmd hout schijnt óok tot redding geschikt. .. .

Ongeduldig stond hij op, verliet zijn kamer en snelde met haastigen tred naar zijn club —, naar de vergetelheid.

X.

Wanneer de opvoeding niet door fijne beschaving geleid, de smaak niet gevormd is, blijft in 't rijke levensboek menige bladzij onbeschreven, maar menige bladzij wordt tevens beklad met letters die er nooit behoefden te staan. Als hoofd en hart ledig zijn heeft veel wat het leven rijk maakt geen toegang meer, maar wordt het ledige aangevuld door de liefhebberij der smakelooze, dubbelzinnigheden die uit een modderpoel werden geput — niet uit een frissche levensbron; door de liefhebberij der geesteloozen die er vermaak in vinden de sneeuw te bezoedelen die rein en smetteloos tot ons komt.

Stephans levensboek was zeer voorzien van die onbeschreven en bekladde bladzijden ; te verwonderen was het niet dat hij een zeer passief woordvoerder was toen Robbert Harman, aan wien Adolph hem had laten voorstellen, hem bij zich ontving en zijn aandacht vergde voor gesprekken over politiek, kunst, wetenschap en alles waarin een veelzijdig ontwikkeld man belangstelt. Met moeite wist Stephan zich te redden uit dien rreteli-