— i86 —

spreken, om het te krijgen en wijl ik het op mijne manier geestelijk, zonder gevaar en zonder oververzadiging geniet." —

„Hier," zei hij en streek met de magere, spitse vingers over eenige hoopjes zilverstukken, die een zeer klein gedeelte uitmaakten van den grooten schat, „hier is het genot van het eenvoudig, burgerlijk leven: een krachtige beafstuk, ik ruik hem: een glas schuimend bier, ha, dat wekt op en versterkt, en dan een pijp tabak. Zondags een gebraden gans en een glas rooden of rijnwijn, soms ook een glas porter of ale, zooals ik die aangekondigd zie in de kranten en zooals die ook wel hier en daar voor de ramen zijn ten toon gesteld, — o, dat doet goed, dat geeft voor dagen lang nieuwe kracht!

„Maar," zei hij toen, „uit dat alles ontstaat dat, wat het lichaam log en zwaar maakt, de blik wordt verduisterd, men maakt zich van anderen afhankelijk, men wordt gehoond en bespot — neen, neen!" riep hij uit, zoo dom ben ik niet. Ik zie dat aangename krachtige leven voor mij staan als de dorstige den beker, ' en hier in dit trouwe goede zilver blijft het besloten voor altijd weder nieuw en frisch genot." Zorgvuldig werd het zilver weer in de mand gepakt.

Toen namen de oogen een andere uitdrukking aan en trotsch hief hij het hoofd in de hoogte.

„Maar ik blijf bij dit zilveren genot niet stilstaan," sprak hij en voer met de handen over de stapels goud. „Ik beklim den ladder der genieting tot op de hoogste sport, zoo hoog het maar iemand in de wereld kan.

„Hier," en hij haalde eenige stapels goud dichter naar zich toe, „hier heb ik een prachtige woning; over zachte weeke tapijten wandelt mijn voet, groote spiegels weerkaatsen den glans van het glinsterend licht, fijne geuren vervullen de lucht en bloeiende bloemen staan met hare bonte kleuren overal om mij heen.""

Met al gloeiender kleuren maalt de ongelukkige gierigaard zich daar alle genietingen af, waar wel het hart hem om

I Hier is Samarow trouwens niet vrij van tautologie.