ZOLA'S KUNSTLEER EN WERKEN.

Naar aanleiding van Dr. Jan ten Brink's Emile Zola, te Nijmegen bij Blomhert en Timmerman.

I.

„Blinde bewonderaars en woedende vijanden trokken te velde," — deze woorden, waarmede Dr. Jan ten Brink de ontvangst schetst, aan L'Assom m oir te beurt gevallen, vatten in het kort de geschiedenis te zamen van hetgeen den schrijver van dien roman in zijne letterkundige loopbaan wedervaren is.

Zola ondervond nagenoeg hetzelfde als lang vóór hem Victor Hugo. Aan de eene zijde verhief men hem op de hoogste voetstukken ; aan de andere poogde de geringschatting hem zoo laag mogelijk neder te rukken. In dien strijd is, evenals destijds ten aanzien van Hugo, algemeen partij gekozen. Leeken, zoowel als de mannen van het vak, het publiek evenzeer als de letterkundigen hebben daaraan deel genomen en gaan voort zulks te doen. En wat de laatstgenoemden betreft, het zijn niet slechts de jongeren, in dergelijke twistgedingen gemeenlijk de sterkst vertegenwoordige soort van ijveraars, maar ook meesters met gevestigde namen en daaronder van de best klin-