— 149 —

soort auto-biographie, die ons berichten moet, hoe hij litteratuur gestudeerd heeft. Wellicht heeft hij zijne krachten nog niet ten meesten nutte aangewend. Wij mochten den schrijver raden, wanneer hij weer over litteratuur wilde schrijven, eerst deze kunst bij eenen Wackernagel, Koberstein, Gervinus, Hofmeister, Delius, Lewes en Julian Schmidt af te zien.

Het zal hem voorzeker voordeel en den lezer zijner bladen uit de „Geschiedenis der Beschaving" meer genoegen aanbrengen.

Herman.

i 'So.

11