159
Indië op het gebied van het transportwezen, ijverde hij voor de toepassing aldaar van den stoomtram en slaagde hij er in den eersten stoomtram op Java tot stand te brengen en de levensvatbaarheid ook uit een financiëel oogpunt van die ondernemingen op dat eiland aan te toonen. Zijne bekwame leiding van de Stoomtrammaatschappij Samarang-Joana werd zeer gewaardeerd en, toen men besloot het tramvervoer in Java's Oosthoek op nog grooter schaal dan in Midden-Java toe te passen, wist men niet beter dan hem mede aan het hoofd van die onderneming te plaatsen.
Zijne studiën, zijne ervaring, zijn helderen blik brachten hem als van zelf in het kamp der vrijzinnige richting, die er prijs op stelde van der Goes als een har er kampioenen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal te brengen. Terstond werd hij daar ook weder naar waarde geschat. Herhaaldelijk werd hij benoemd tot rapporteur over belangrijke wetsontwerpen betreffende het spoorwegwezen, de spoorwegtarieven en de belangen van handel, nijverheid en scheepvaart in Indië, en, zelfs aarzelde hij niet zijne officiëele taak uit te breiden tot rechtstreeksche voorlichting van het publiek wanneer dit in het algemeen belang noodig scheen. De lezers van dit tijdschrift zullen zich nog wel herinneren de in den jaargang van 1866, tweede deel, blz. 277, onder den titel: Suikercultuur en Spoorwegtarieven, opgenomen brochure van den heer van der Goes, zoo kernachtig, sober en zaakrijk, dat het ons niet mogelijk scheen ze te bekorten en wij het noodig oordeelden haar volledig te moeten afdrukken ten einde aan het klemmende van het betoog geen afbreuk te doen.
Uit deze brochure, evenals uit den omgang van den heer van der Goes, bleek hoezeer hij de vraagstukken op koloniaal gebied in 't' algemeen zich had weten eigen te maken en hoezeer niets, wat zich op dat voor Nederland zoo belangrijk gebied voordoet, voor hem onverschillig was. Het Indisch Genootschap, dat de keur der Indische specialiteiten