150

gouverneur te Makassar in persoon zijn beklag te kunnen maken. Den 18en ter laatstgenoemde plaats aangekomen, werden de drie medegenomen slaven aan de civiele autoriteit overgeleverd, en den volgenden dag de kruistocht weder voortgezet.

Zr. Ms. schroefstoomschip 4e klasse Benkoelen, den 19en Juni een nieuwen kruistocht aanvaard hebbende, kwam den 24en, na het rijk van Karang-Asem hebben bezocht, ter reede Makassar terug om, na aanvulling van den steenkolenvoorraad, den 27en den kruistocht voort te zetten. Benoorden straat Sapi werden drie prauwen, die niet van passen waren voorzien, aangehouden en naar Bima opgebracht. Bij nader onderzoek bleek, dat de opvarenden van het eiland Sangeang naar Sumbawa wilden oversteken om padi te snijden, zoodat zij vrij werden gelaten. Na de GriliLawa-baai te hebben bezocht en opgenomen, werdLaboeanBadjo aangedaan, door de Molo-passage naar de Madura-baai gestoomd en, na eenig kruisen tusschen Flores en Soemba, naar Timor Koepang gestevend. Na de noodige besprekingen met den resident aldaar werd den 16en Juli naar Kolona gestoomd, welke plaats men door sterken tegenstroom niet vóór den 18en bereikte. Nadat men zich overtuigd had, dat de Nederlandsche vlag (onlangs aldaar voor de Portugeesche verwisseld) in de kampong woei en alles rustig was, werd deze onveilige reede verlaten en een bezoek gebracht aan eenige negorijen in den Solor-archipel, om van daar door Alas via de kampongs ïaliwong en Pidjoe op Boeleleng aan te houden, ten einde bij den resident eenige inlichtingen omtrent slavenvervoer te verkrijgen.

Van hier gaande, vertoonde de Benkoelen zich nogmaals benoorden straat Sapi, deed Bima aan om eenige schipbreukelingen, die op een vlotje in zee drijvende waren gevonden, af te zetten, en vertrok daarna naar Makassar, waar den len Augustus de "kruistocht beëindigd werd. In het geheel werden 25 vaartuigen gevisiteerd, waarvan 3 (de