3
een redelijken afstand van de bij de koffiecultuur ingedeelde desa's — waardoor men er meer en meer toe gebracht werd zich met minder goede, soms met bepaald schrale gronden tevreden te stellen.
In het als Bijlage lett. A aan dit rapport toegevoegd historisch overzicht van hetgeen omtrent de Gouvernementskoffiecultuur op Java in de Koloniale Verslagen wordt meegedeeld, zijn betreffende dit steeds aangroeiende gebrek aan gronden uitvoerige mededeelingen te vinden. Evenwel moge hier daaruit het volgende worden gereleveerd.
Reeds in 1851 wordt medegedeeld, dat op vele plaatsen gebrek aan goede gronden begint te ontstaanl). In 1853 wordt hetzelfde gezegd; alleen is het vage „op vele plaatsen" vervangen door het meer bepalende: „in de meeste residentien." Dit gebrek is zelfs „van lieverlede toegenomen". Ter afwisseling spreekt men in 1855 van gebrek „in de meeste gewesten." In het Koloniaal Verslag van 1859 vindt men opgeteekend dat er in de Preanger Regentschappen „geen voldoende gelegenheid was tot het doen van nieuwe aanplantingen" 2), en dit niettegenstaande er in dien
1) Dat men dit gebrek voor de toekomst voorzag, blijkt uit de resolutie van 25 September 1836 no 128, waarbij bepalingen werden gegeven omtrent het reserveeren van afgeschreven koffietuinen.
2) Hoe het destijds in de Preanger Regentschappen gesteld was, blijkt uit de missive van den toenmaligen Resident van dat gewest aan den Direkteur van Kultures dd. 28 Februari 1858 Lett. G, geheim: „alleen in het regentschap Bandong in een district van Soemadang, in een klein gedeelte van Soekapoera worden nog belangrijke tuinen van een hoogeren ouderdom dan van 7 jaren aangetroffen.
„Overal elders, waar geplant wordt op tegal-gronden of op vroeger reeds
met koffij beplante gronden wordt de koffij thans, met zeer zeldzame
uitzonderingen, niet ouder dan zeven jaren, en geeft zelfs met het vijfde of
zesde jaar weinig vrucht meer." „Zoodra de thans bestaande koffijaan-
plantingen, die nog op goeden gronden zijn aangelegd, zijn uitgestorven of geen vrucht meer geven, zullen met uitzondering van een paar districten, in de geheele residentie de koffij tuinen geen hoogeren ouderdom dan 7 jaren bereiken."