55

aardigheden saam te doen gaan, van naar eigen wijze dingende persoonlijkheden" — fouten werden óók niet verzwegen, niettegenstaande 's meesters proeven van kenn's, met al de hulpmiddelen, welke de wetenschap leenen kan en waarmede hij zich vertrouwelijk maakte. Om kort te gaan, 't oorspronkelijkste van het geheel is wel het spelletje met drie fluiten en drie bazuinen, gemengd met klanken van sordina, harp en triangel, als een contralto, de Dichtkunst voorstellende, zingt, eigenaardig en daarbij juist gepast weergevende een weerklank van de aanvankelijke onbeholpenheid der oud-grieksche toonkunst- speeltuigen.

Yan de concerten, in dit getij aan de dagorde, dient toch ook, om 't ongewone, ter huldiging der Kunst, gewaagd te worden vooreerst van een weldadigheidsconcert in de zaal Palestrina van Palazzo Pamphili, volgens een keurig program van Musica Sacra, o. a. een Ave Maria van Maestro Morlacchi, een antiphona, Ego dilecto meo van Farinelli, onder leiding van Maestro Cav. T. Arcangeli. Voor 't koor dienden de leerlingen der scholen S. Salvatore in Lauro. In de Aula der , Academia S. Caecilia", een der prachtigste concertzalen van de Oude en Nieuwe Wereld (zij kan ook als schouwburg dienst doen) is reeds het vierde der zeven aangekondigde eon certen voor dit jaargetij gegeven ; iets van zoo buitengewonen roep, dat men er geestdriftig over is in de beste toonkunstkringen. Maar de ijverenden voor de .... toekomst-muziek zagen tot hiertoe nog te vergeefs uit naar Wagner's naam op de programma's, met Beethoven, Schubert-Tausig, Schumann, Chopin, Mendelssohn-Liszt, Sgambati en Sauer, als pianist, ook dit hier in persoon leidende. De ijverenden voor Wagner-muziek hopen echter toch nog op de drie eerlang volgende concerten aldaar. Een keurig concert was ook dat der Signorine E. Senepa en Ines Galamini, in de Dante-zaal, met een pianoforte der fabriek De Stefanis, maar Wagner was er bij vergeten: Chopin-Sgambati (Canzone Lituana), Mozart (Aria der opera il re pastore, met obligaat van violino), Schumann, Délibes, Chopin-Liszt (Chonts Polonais), Rheinberger (Die Jagd), Pergolese (Arietta), Grieg en van Liszt's Bhapsodies is meestal iets te hooren op de winterconcerten. De prijsuitdeeling (de jaarlijksche,'s namiddags van den eersten Zondag dezer maand) was opgeluisterd, in het gesticht voor jeugdige blinden op den Augustijnschen heuvel, met juweeltjes van Cimarosa, Pergolese, Biffoli, San Fiorenzo en Mozart, voor speelwerktuigen, door de blinde leden van het orkest, onder leiding van een blinde, kweekelingen van het gesticht, zóó, dat ziende kunstenaars het kwalijk kunnen verbeteren. (De kweekelingen of de verpleegden, die bevonden worden aanleg voor de toonkunst te hebben, worden daarin, zoo hoog mogelijk, opgeleid). Het schrijven en .. . uitvoeren van een marsch is iets niet-alledaagsch; daarom worde hier aangestipt, dat bij de plechtigheid van 't plaatsen van een marmeren borstbeeld, bij de hoofd-kazerne van het bezettingsleger, aan de gedachtenis van wijlen den kolonel G. Galliano, vermaarde verdediger van Macalle, in Afrika, een marsch, tot besluit der plechtigheid, waarbij ook het Hof van het Quirinaal tegenwoordig was, is uitgevoerd. L'eroë di Macallè betitelde Maestro Servanti, leider der Filarmonica te Mandovi, zijn toondicht. Iets ongewoons was ook Maëstro Mustafa's nieuwe toonzetting op het Benedidus (Gezegend Hij) bij 's Pausen jongste kioningsfeest en zijn 60-jarig H. Offer-jubileum. Menig antiphona en motetto enz. bracht deze meester op zangnoten, maar deze reis overtrof bij bepaald zichzelf, dank ook de gelukkige vertolking door het zangkoor der Sixtijnsche Kapel. Aan dien commendore (die zijne

opleiding begon als een eenvoudig en braaf weesjongetje, in het gesticht S. Michele alhier, waarin de Toonkunst hoog werd gehouden) viel Zondag 11. het meer eenig dan zeldzaam voorrecht te beurt, vijftig jaren te hebben toebehoord aan het College van het Paus-zangkoor. Bij den H. Dankfeestdienst door een prelaat, in de St. Pauluskapel van het Vaticaan, zong het koor, waarvan hij „direttore perpetuo" is, o. a. het motetto : Sanctificabis annum quinquagesimum (heiligen zult gij het 50e jaar), 's Middags boden de zangers den Maëstro het feestmaal, waaraan prelaten en zelfs één kardinaal deelnamen. Van de niet te tellen heilwenschen kwamen er ook van de St. Caecilia-academies in de Duitsche landen, Oostenrijk, België en Zwitserland. Met genoeg — want het betreft, bij slot van rekening, de Diva Musica — eene feestacademie, „litteraria musicale" wordt ijverig voorbereid en het zangkoor der Sixtijnsche Kapel laat een gedenkpenning slaan dezer gebeurtenis.

Een nieuw, alleszins waardig toondicht was ook nog eene Messa, voor vier „parti" (zoo heet het alhier) met orgelbegeleiding, van Mro. F. Mattoni, die er zeer onlangs den prijs mede won, uitgeschreven door het sinds één jaar begonnen genootschap voor kerkmuziek, Greg"rio Magno, Op 't eerste jaarfeest is die Messa ten gehoore gebracht, in de „Chiesa Nuova", met een heerlijk toegiftje : een motetto, alleen voor zangstemmen, van V. Borgi, onlangs bekroond met een zilveren medaille door de „Accademia di S. Caecilia". Intusschen vaardigde de Korinklijke „Accademia Filarmonica Romana" het program uit, zooals vorige jaren, na het overlijden van Koning Victor Emanuel, voor den wedstrijd voor de Messa di Requiem in de Pantheonkerk, bij het graf, in Januari 1899. (Tusschen haakjes, maar ter navolging: het kunst- en wetenschappelijk genootschap S. Sebastiano begon een reeks „Conferenze" met vrijen toegang in de zetelplaats, over het toonkunststelsel, ter bevordering van het lezen, verstaan en begrijpen van toongedichten, niet het minst bij het vertolken daarvan.). Wat er van het gerucht geloofwaardigs is, dat Verdi — over wien ik op deze plaats, jaren geleden, niet kort was — door den Minister van Openbaar onderwijs en Kunst zou zijn aangespoord, om nog al eens de laatste krachten te beproeven in een opera-toondicht — zou ik niet durven bepalen. Wel is 't als stellig zeker bekend geworden, dat de Maëstro zeer onlangs de laatste hand legde aan niet minder dan aan een Stab at Mater, een Preghiera en een Te Deum laudamus. De Preghiera zijn de eerste zeven „terzine" van Dante's „Divina Commedia", beginnend : Vergine madre, figlia del tuo Ftglio. Bij 't jongste Paaschfeest in de hoofdstad der Christenheid en de Grondwet feestelijkheid in het „Derde Rome", is er heel wat „gemusiceerd", deels meer of minder officieel, deels „van harte en ziel"; een bescheiden boekdeel met „penkrassen" ware niet te veel daarover, ook der Toonkunst ter eer. Hier moge, bij 't vorige, volstaan, zij 't dan ook met een half woordeke, te gewagen van het biddend zingen en zingend bidden van den Ambrosiaanschen Lof- en Dankzang, als Te Deum bekend, aan God, den Heer der Christenen, den Jehovah onzer Israëlietische medemenschen.

Zijn ooit in Rome's Basilieken zeer buitengewone, gemengde zangkoren gehoord, dan was 't dezer dagen, naar aanleiding van eerstbedoeld feest. Hier waren 't honderden, daar duizenden, in de St. Petrus tienduizenden geschoolde en niet geschoolde menschenstemmen, geen schreeuwende, veeleer neuriënde stemmen, maat en wijze houdende op de, met alle registers uitgezette, orgelklanken, om beurte afwisselende met de streng geoefende