Admiraal Sims 1858—1936

le. Zich op de hoogte stellen van de algemeene maritieme situatie bij de gealliëerden.

2e. Zich op de hoogte stellen van de plannen der Admiraliteit t.a.v. het voeren van den zeeoorlog tegen Duitschland.

3e. Onderzoeken, op welke punten de Amerikaansche Marine op de meest effectieve wijze de gealliëerden in den zeeoorlog zou kunnen bijstaan.

4e. Zonder het commando over de eigen vlootstrijdkrachten in principe prijs te geven, samenwerking op de meest loyale wijze met de geallieerden; wat de tactische uitvoering betreft, onder eenhoofdige leiding.

5e. Representatieve functies als vertegenwoordiger der Amerikaansche Marine in Europa. Voor de punten 1 en 2 van zijn taak, nam hij met zijn adjudant dagelijks deel aan de bespreking der algemeene situatie met de „Board of the Admiralty".

Vooral Commander Babcock stelde zich zooveel doenlijk op de hoogte van de grootere details in de verschillende bureaux.

Voor de samenwerking met de andere gealliëerden werden in die periode nog slechts incidenteele besprekingen gehouden met de vertegenwoordigers der gealliëerde Marines. Al spoedig na zijn aankomst had een dergelijke bespreking plaats in Parijs en Sims wist voorloopig te bereiken, dat deze samenkomsten veelvuldiger en meer geregeld werden gehouden. Deze besprekingen hadden aanvankelijk slechts informatorische waarde. Eenheid in bevelvoering en leiding werd er nimmer door bereikt, doch voor het vestigen van een zelfstandig oordeel omtrent de zwakke punten in het gealliëerde dispositief, gaven zij Sims zeker waardevolle inlichtingen 35). Voor de meest-doeltreffende verdeeling der Amerikaansche vlootstrijdkrachten was dit inzicht zeker van het grootste belang.

Ten aanzien van de rechtstreeksche tactische samenwerking met de gealliëerde vloten wist Sims zijn inzichten feitelijk alleen t.a.v. Queenstown door te voeren, met als gelukkig resultaat: eenheid in tactische bevelvoering in basis en vloot. In Brest en Gibraltar bleven de Amerikaansche eenheden als geheel zelfstandige machten bestaan.

35) Castex III.

751