Marineblad DOOR C. HOS, Luitenant ter zee der 2e klasse

Het streven in de moderne Artillerie is er onder anderen op gericht de bewegingen van het eigen schip zooveel mogelijk los te maken van de opgestelde batterij.

De bewegingen die het schip maakt kunnen we splitsen in twee elementaire bewegingen, n.L: 1 e. Translatie. 2e. Rotatie.

De translatie heeft vrijwel alleen plaats volgens koers en vaart. Zij wordt verwerkt tot correcties, die ingevoerd worden in richthoek en zijdelingsche correctie.

De rotatie is het draaien van het schip om een willekeurige as, welke draaiing ontbonden kan worden in drie onderling loodrecht op elkaar staande richtingen.

Men spreekt in de practijk van slingeren, stampen en gieren. Dit is dan de ontbinding van de rotatie in drie vectoren in een assenstelsel met een as langsscheeps, een as dwarsscheeps en een as verticaal.

Wij zullen de rotatie om een willekeurige as echter in een ander assenstelsel ontbinden. Dit ligt met de x-as horizontaal in de richting van het doel, de y-as horizontaal en loodrecht op de richting van het doel en de z-as verticaal, (zie fig. 1).

Ontbindt men de willekeurige draaiing van het schip R in dit assenstelsel, dan verkrijgt men de rotatievectoren Rl, R2 en R3.

Rl is de rotatievector, die de tappenas een helling doet aannemen met het horizontale vlak. Het kanon krijgt hierdoor een helling buiten het verticale vlak. Deze helling der tappenas geeft een zijdelingsche afwijking aan het projectiel en zij veroorzaakt een kleinere dracht.

Fig. 2 toont, hoe de invloed der hellingtappenas is. De rotatievector Rl ligt in de lijn MD, dat is de horizontale lijn in de richting van het doel. TMD is het directievlak. ODP is een horizontaal vlak. Door de rotatievector Rl zal nu de tappenas OP (J_ MD) helling h krijgen, waardoor het punt T zich over een boog h naar T, beweegt. ZM was de zielas van het kanon zonder hellingtappenas; Z verplaatst zich nu naar Z, . L ZMD = Z Z,MD = elevatiehoek e.

183