De mijnenveegdienst in den oorlog 1914—1918
werd uitgebracht. Mijnenveegstrijdkrachten, welke daarop waren uitgezonden om de ligging dier versperring nogmaals zuiver te bepalen, verloren een M-boot en een torpedoboot zonder dat bij dit onderzoek goede resultaten waren bereikt. Na de geweldige verliezen, welke aan het geleide van Februari 1918 werden toegebracht, werd 'de versperring in haar geheel opgeruimd. Bewezen was, dat het gevaarlijk is om eigen versperringen, welke zijn gelegd ter beveiliging van eigen zeewegen, te dicht bij dien zeeweg te werpen.
Eveneens is duidelijk naar voren gekomen, welke gevolgen het gebruik van langzame vaartuigen bij werken op gegist bestek, zonder dat de kracht en richting van stroom en wind bekend zijn, kan hebben.
Aan ons relaas over de ontwikkeling van de Engelsche en Duitsche Mijnenveegdiensten uit den oorlog 1914—1918*), worden thans nog de volgende beschouwingen vastgeknoopt:
le. De noodzaak voor de instelling van een organisatie, welke zich ten doel stelt om het mijnengevaar te keeren, wordt door de volgende factoren en omstandigheden bepaald:
a. het belang, dat de scheepvaart, welke over een zeegebied passeert, heeft voor de voortzetting van den oorlog en voor de economische instandhouding der eigen bevolking of van die der bondgenooten.
b. het belang, dat de vijand er daarom bij heeft om die scheepvaart te verstoren of in het geheel stil te leggen.
2e. Het operatieterrein dezer organisatie is daar, waar de oceanographische gesteldheid van het zeegebied mijnacties mogelijk maakt en waar de geographische gesteldheid deze waarschijnlijk maakt.
3e. De oorlogservaring heeft geleerd, dat de eenig mogelijke beveiliging tegen het mijnengevaar bestaat in het projecteeren en openhouden van bepaalde zeewegen, waar de scheepvaart langs wordt geleid, aangezien het ondoenlijk bleek, het geheele zeegebied
mijnenvrij te houden.
4e. De loop dezer zeeroutes wordt vroeger of later aan den vijand bekend; mijnacties zijn dus op die wegen te verwachten.
5e. Het karakter der mijnacties is — vooral sedert de onderzeeboot in staat is gesteld mijnen te leggen — zeer verrassend. Nimmer is van te voren bekend waar op de route en wanneer de acties worden gevoerd. Bovendien is er noch in het karakter der acties (aantal mijnen, de dichtheid der mijnen, de dieptestelling, enz.), noch in het aantal acties, van eenige regelmaat iets te bespeuren.
*) Zie Januari-aflevering 1940.
173