Marineblad

an die mit schmalem Suchgerat fahrenden Sperbrecher, konnte natürlich nur eine recht beschrankte Sicherheit geben, zudem waren mit dem ingewohnten Zusammenfahren manche Schwierigkeiten verbunden". De gevolgen bleven dan ook niet uit. Meerdere malen gingen onderzeebooten door mijntreffers verloren of werden beschadigd; in sommige gevallen vielen sperbrekers uit, waardoor de onderzeeboot onbeschermd te midden der mijnenvelden achterbleef.

„Auf Grund der schlechten Erfahrungen mit den nur eine geringe Suchbreite sichernden Sperbrechern wurden vom Marz 1917 ab in erster Linie Torpedoboote und Fischdampfer zum U-Bootsgeleit verwendet". De voorpostenflottille van de Eems en de Hilfsminensuchflottille werden bij den geleidedienst ingedeeld. De onderzeebooten werden nu voortaan voorgestoomd door een span van twee torpedobooten of trawlers, dat zich met uitgebracht zoektuig vóór die booten plaatste.

De sperbrekers verdwenen hiermede uit den normalen geleidedienst en werden verder gebruikt voor het uitvoeren van controlevaarten in het binnengedeelte van de Duitsche Bocht. Voor het voorstoomen kwamen zij alleen nog slechts in aanmerking in het geval van uiterste noodzaak, indien de weersomstandigheden van dien aard waren, dat het niet meer mogelijk was om het zoektuig te blijven voeren. In October 1918 zien wij weer voor het eerst in grootere mate van den sperbreker als voorstoomvaartuig gebruik maken ter gelegenheid van den beraamden uitval van de Duitsche vloot, waarbij het noodig was om de onderzeebooten tot eiken prijs buitengaats te krijgen. „Wenn im Oktober wieder einmal Sperbrecher zum U-bootesgeleitdienst herangezogen wurden, so hatte nur das schlechte Wetter und die Dringlichkeit der Unternehmungen dazu gezwungen. Man muszte die reichlich unvollkommene Sicherung der U-boote durch anhangen an Sperbrecher mit Einschiffsgerat im Kauf nehmen."

Voordat de torpedobooten en visschersschepen het voorstoomen in zijn nieuwen vorm konden toepassen, moest eerst nog worden geoefend. Aangezien het uit- en inbrengen uitsluitend bij nacht kon geschieden, moesten „die mit Suchgerat ausgerüsteten TorpedobootsHalbflottillen in ihrer Ausbildung so weit gebracht werden, dasz sie nachts sicher mit Gerat fahren konnten".

De breedte der formaties was uit den aard der zaak nog smal. De verliezen bleven dan ook niet uit. De volgende stap was, dat voorgestoomd werd door twee spannen, ieder van twee booten, waarbij de spannen verscherfden op een onderlingen afstand van ± 500 meter achter elkander. Ook hiermede werden nog geen afdoende resultaten bereikt. „Die Chefs der Minensuchflottillen, die es in See beobachten konnten, wiesen zuerst darauf hin, dasz die übliche Sicherung durch

166