- 819 -

Pensioenfonds-Concert.

Concertgebouw, Zondag 21 September 1913.

t. Concert voor strijkorkest A. Vivaldi

2. Drie Liederen voor zang met orkestbegeleiding. Gustav Mahler

a. Um Mitternacht

b. Wer hat dies Liedlein erdacht

c. Ich atmet einen linden Duft

3. Symphonie No. 3, voor alt-solo, vrouwenen kinderkoor met orkest . . • • Gustav Mahler

Soliste : llona Durigo.

Dameskoor van de Zangvereeniging der afd. Amsterdam der M. t. b. d. T.

Kinderkoor van de V. t. verb. v. d. Volkszang, dir. H. J. den Hertog.

Algemeen leider: Willem Mengelberg.

Op Nieuwjaarsdag van 1 906 werd het Pensioenfonds gesticht voor de leden van het orkest der N.V. Het Concertgebouw, met het doel dezen musici een pensioen te verzekeren door storting van premies bij eene maatschappij voor levensverzekering. De grootte van dat pensioen hangt af van het bedrag, dat voor premie-storting beschikbaar is, terwijl maatregelen zijn genomen waardoor de storting van een premie van jaarlijks ruim 7000 gulden mogelijk is. Hierdoor is den leden een pensioen groot 30 procent van hun honorarium verzekerd, welk percentage in de toekomst, met hetzelfde bedrag aan premie, grooter zal worden, naarmate de meer bejaarde leden van het orkest zullen zijn gepensioneerd. En ook een storting van méér dan 7000 gulden jaarlijks zal het pensioen bedrag doen stijgen.

In werkelijkheid is van den aanvang af belangrijk meer dan 7000 gulden aan premie per jaar betaald. En het bedrag dat op dit oogenblik op de pensioenboekjes der orkestleden is ingeschreven beloopt ongeveer 90.000 gulden.

Van de leden van het orkest wordt een kleine bijdrage gevorderd die bij het verlaten van het orkest wordt teruggegeven, indien het orkestlid vóór het tijdstip van den pensioens-aanvang mocht heengaan. Ook voor bij het verlaten na tien jaren dienst zijn ten aanzien van zulk een orkestlid gunstige bepalingen opgenomen. Hetzelfde geldt voor gevallen van invaliditeit, voor het verlaten van het orkest op of na het bereiken van den 55-jarigen leeftijd, bij overlijden, — terwijl de pensioenen die verdiend zijn uit de renten van de gedane stortingen altijd gewaarborgd blijven.

Het bestuur van het Pensioenfonds bestaat uit de leden van het bestuur der N- V. Het Concertgebouw, den orkest-directeur en drie leden van het orkest; en

de resultaten zijn tot nu toe zeer gunstig. De bloei van deze stichting is trouwens voor de leden van het Concertgebouw-orkest van het hoogste belang.

Ten bate van het Pensioenfonds had Zondag 21 dezer, onder leiding van den heer WillemMengelberg, een buitengewoon concert plaats in het Concertgebouw: het negende Pensioenfonds-concert sedert de stichting. En een belangrijk — een buitengewoon belangrijk — programma was daarvoor door den leider samengesteld.

Bij wijze van inleiding werd — op verzoek van abonné's — het Concert voor strijk-orkest van Vivaldi herhaald, dat op het eerste Mengelberg-concert in dit seizoen werd uitgevoerd en waarover wij onlangs schreven. Nu, voor de tweede maal, gehoord, maakte het werk, hoewel de poëzie er even fijn in bleef, niet meer dien verrassenden indruk als op den avond van mevrouw Noordewier. Waarbij evenwel dient opgemerkt, dat het orgel (E v e r t C o r n e 1 i s) in het tweede deel niet zoo zacht „meeruischte" als op den eersten avond, maar „forscher" werd bespeeld ....

Daarna, als inleiding tot den Mahler-avond, — want aan Mahler was het concert eigenlijk gewijd, — drie liederen van den genialen komponist, in deze volgorde gezongen: Um Mitternacht, Ich atmet einen linden Duft, en Wer hat dies Liedlein erdacht.

De ideale altzangeres llona Durigo was de vertolkster, en het orkest onder Willem Mengelberg speelde de begeleiding.

In „Um Mitternacht", het gedicht van Rü c k e r t, zijn enkel de bespelers der blaas-instrumenten met de begeleiding belast, en deze, teer en geheimzinnig, is even „malerisch" als „Mahlerisch". De donkere stem van mevrouw Durigo is voor het weergeven der donkere stemming van dit lied buitengewoon geëigend:

Um Mitternacht

Hab ich gewacht

Und aufgeblickt zum Himmel!

Kein Stern vom Sterngewimmel

Hat mir gelacht

Um Mitternacht !

Um Mitternacht

Hab ich gedacht

Hinaus in dunkle Schranke !

Um Mitternacht!

Es hat kein Lichtgedanke

iir Trost gebracht Um Mitternacht!

Maar wijdsch en breed en licht-brengend is het slot, dat door koper en harpklanken plechtig wordt uitgezongen :

Um Mitternacht Hab" ich die Macht