i8
SCHOOTSTAFELBEREKENING.
wind dwars op de baan. Op het projectiel zoude een wind kunnen worden waargenomen, die gevormd wordt door de resultante van deze twee. De luchttegenstand zal dus ook in de richting van deze resultante werken; door de rotatie van het projectiel zal de lengteas ongeveer in deze richtingworden gebracht.
Uit het bovenstaande volgt bovendien nog, dat de afwijking door de vaart van het schip anders zal zijn, wanneer men aan S.B. of aan B.B. schiet, daar hierdoor eene andere verhouding tusschen de 3 herhaaldelijk genoemde richtingen zal ontstaan en dus ook de zijdelingsche afwijking en de afwijking in lengte tengevolge van de rotatie een andere zal zijn. Ook bij wind doet zich hetzelfde voor; de afwijking naar rechts door een links t. o. van de baan inkomenden wind zal niet even groot zijn als de afwijking naar links door een rechts inkomenden wind, terwijl ook de invloed op de schootsverheid verschillend zal zijn.
Voor het beschouwen van de afwijkingen door de verschillende omstandigheden van vaart, wind enz. moet men zich dus voorloopig op het standpunt stellen, dat richting luchttegenstand en lengteas van het projectiel samenvallen.
Teneinde omtrent de juistheid van het bovenstaande en van de hierna af te leiden formules een inzicht te bekomen, kunnen de gegevens, verkregen bij het bepalen van het artilleristisch verschil in Art. 25 van het Schietreglement Geschut (4en druk) voorgeschreven voor de exercitielading, bij het schatten van intervallen en bij het inschieten voor gevechtsschietoefeningen, van groot nut zijn.
Daarbij dient dan echter het volgende in acht te worden genomen.
Om het juiste artilleristische verschil op den afstand,, waarop zich de schijf bevindt, te verkrijgen, moet worden gericht op den voet van de schijf. De baan van het projectiel voor dien afstand gaat door dit punt. Richt men op het midden der schijf, dan verkrijgt men het A. V. op den afstand van den eersten aanslag.
De correctieregel om het trefpunt hooger te brengen is wiskundig juist; men heeft hiermede dus bij het bepalen van het A. V. geen rekening te houden; alleen bij het eigenlijke schieten moet zooveel meer opzethoogte worden gegeven, als noodig is om het gemiddelde trefpunt op het midden der schijf te doen vallen.
Bovendien' wordt door het richten op den voet der schijf het juist observeeren der intervallen zeer vergemakkelijkt.