1064
kobte mededeelingen.
„Nationale rondvlucht 1912".
„Het zweven der vogels en zweefproeven" van O. Wbighï. „Een- en tweedekkers voor het leger".
„Luchtv." No. 3, 1912 (M.V.). „De luchtvaart" door Peeeeboom Volles.
„Mil. Speet." No. 1, 1912 en volgende. (M.V.). „Zweefvlucht der vogels en de zweefpr." v. Oeville Weight. „Voordracht door Schout-bij-Nacht G. F. Tydeman".
„Luchtv." No. 3, 1912 en volgende. (M.V.).
Ongevallen.
Het slagschip „London" heeft op de terugreis van Gibraltar zulk slecht weer gehad, dat een paar zeeën over het heele schip spoelden. Twee man zijn overboord geslagen en verdronken.
De Engelsche onderzeeboot „A3" is op 3 Februari j.1. ten gevolge van een aanvaring met de kanonneerboot „Hazard" nabij Wight gezonken in een diepte van 24 M. water.
De bemanning bestaande uit 4 officieren en 10 man is omgekomen. Men heeft dadelijk veel lucht uit de boot zien ontwijken, zoodat besloten mag worden, dat een groote hoeveelheid water is binnengedrongen. De doodsstrijd van de opvarenden zal hierdoor kort geweest zijn.
Pogingen tot redding konden niet onmiddellijk aangewend worden, wegens stormweer.
Het Amerikaansche eskader, dat nabij de Bermuda's in begin Januari door storm is beloopen, heeft het zwaar te verantwoorden gehad.
Op de Scout „Salem" zijn (volgens „Schiffbau") alle booten, alle davits en de groote stutten, die zich aan dek bevinden, weggeslagen. 16 man gewond, 2 dood.
Eenige torpedojagers konden het overkomende, en in het schip dringende water, niet meer met de stoompompen baas blijven, en moesten bovendien alle handpompen in gebruik nemen.
Ook de jagers hebben bijna alle booten verloren.
Van de jager „Roe" wordt vermeld, dat een der beide machines defect werd, zoodat maar met één schroef gestoomd kon worden. Het schip slingerde, volgens opgave, 70° over S.B. en 68° over B.B.
Aan deze gegevens, die nimmer met juistheid te krijgen zijn, mag echter maar betrekkelijke waarde worden gehecht.
De eindconclusie van de Commissie, die belast is geweest met de onderzoekingen naar aanleiding van de ramp van de „Maine" schijnt nu te luiden, dat deze ramp moet worden toegeschreven aan de ontploffing van een lichaam dat aan B.B. onder het schip is gebracht, of was geplaatst ter hoogte van spant 28 tot 31. Deze oorzaak van buiten af bracht nu de munitie in de munitiebergplaats tot ontbranding.