1052
korte mededeelingen.
schip moet in 2V2 jaar met zijn bewapening worden afgeleverd.
Van de „Hiyeï" is in Aug. 1911 de kiel gelegd. De beide andere zouden begin van dit jaar op stapel gezet worden om in 1915 voltooid te zijn.
Nederland.
Naar aanleiding van de vraag: „Gaat de Nederlandsche scheepsbouw wel geheel met zijn tijd mede?" onlangs gesteld door den heer J. v. d. Star in het Nederl. Zeewezen (zie vorige aflevering, Red.) naar aanleiding van het feit, dat de bouw der twee groote nieuwe mailstoomers van de Kon. Holl. Lloyd aan een Glasgowsche firma is opgedragen, vernam het Nederl. Zeewezen na informatie, dat de groote Nederlandsche Scheepsbouwwerven volmaakt in staat zijn dergelijke schepen te bouwen, wat betreft den stand harer techniek en outillage.
Voor den bouw der nieuwe mailstroomers heeft men zich dan ook tot de groote Nederlandsche werven gewend. Ben deiwerven antwoordde, dat zij de schepen niet kon aannemen, omdat de brug, waarachter zij besloten ligt, schepen van deze breedte niet kan doorlaten.
De beide andere groote werven antwoordden, dat zij te veel werk hadden om den bouw van deze schepen te ondernemen.
Volledigheidshalve voegt de berichtgever hieraan toe, dat ook deze beide groote werven achter bruggen, nam. sluizen liggen, welke schepen van deze breedte niet kunnen doorlaten. Hoewel dus de reden, door de twee laatstbedoelde werven (overvloed van werk) alleszins verblijdend is, blijft er grond voor de opmerking van den heer v. d. Star, dat de groote Nederlandsche werven, gelijk zij zijn, den bouw van dergelijke reuzenstoomers niet kunnen aannemen.
Bij de Amsterdamsche Droogdok M«. schijnt het voornemen te bestaan eerlang over te gaan tot eene' belangrijke uitbreiding van het Julianadok. Zooals men weet, heeft dat dok een lengte van 460 vt. bij een draagvermogen van 12.000 ton. De A. Dr. AR is van plan reeds in 1913 de lengte van het dok te vergrooten tot 600 vt. en het draagvermogen daardoor op te voeren tot 16000 ton.
Reeds bij den bouw van het dok, dat uit secties werd samengesteld, was met een zoodanige vergrooting rekening gehouden door het dok een wijdte te geven, die ook bij de toekomstige lengte voldoende is.
Aan de MA wordt ook het voornemen toegeschreven een vijfde droogdok te bouwen. Zulks moge in de toekomst al noodig zijn, voorshands gaat de M«. daar niet toe over. Wel heeft ze aan de gemeente een 3-kantig terrein grenzend aan haar perceelen over het T van de gemeente in koop gevraagd, doch zulks is een voorziening, waardoor de M«. gewaarborgd is, dat zoo zij eventueel tot den bouw van een vijfde dok overgaat, zij dan