1044

korte mededeelingen.

Deze onderzeeboot, die deel uitmaakte van de flottielje te Portmouth, was 2 Februari naar buiten gegaan om met de oefeningen te beginnen. De flottielje werd geconvoyeerd door de schepen „Hazard" en „Antelope". De onderzeebooten zouden oefening houden in het lanceeren.

Eenige minuten voor den middag voelde de „Hazard" een lichte schok en onmiddellijk daarna borrelde het water door de ontsnappende lucht uit de onderzeeboot op. Men gelooft in de huid van de boot, die een oogenblik aan de oppervlakte geweest is, een flink gat te hebben gezien.

De „Hazard" seinde dadelijk draadloos naar Portsmouth. De kleine kruiser „Liverpool" die zich in de nabijheid bevond, kwam spoedig ter plaatse evenals de sleepbooten met reddingstoestellen uit Portsmouth.

Aan boord van de „A3" waren 4 officieren en 10 minderen. De commandant was afwezig en vervangen door een commandant van een der onderzeebooten die in 't dok te Portsmouth lag.

De boot lag in 15 meter water. De positie van de „A3" werd eerst zeven uur na het ongeluk door de duikers vastgesteld. Het vlotbrengen van de boot zal zeer waarschijnlijk veel tijd kosten, omdat men maar gedurende enkele oogenblikken er aan kan werken. De stroom nabij „Princess-Shoal" is zeer sterk en hierdoor kunnen de duikers weinig verrichten.

De „As", die in 1903 te water gelaten is, heeft een waterverplaatsmg van 180 ton boven en 207 onder water. De lengte is 30.2 M. en de breedte 3.9 M. De motor heeft 450 P.K. De boot heeft twee lanceerinrichtingen en ze is gebouwd bij Vickers.

Het is de derde Engelsche onderzeeboot, waarvan het verlies is toe te schrijven aan een aanvaring: de eerste was de „Aj" op 19 Maart 1904 in botsing met de „Berwiek-Castlo" de 2de is de „Cn" die 14 Juli een aanvaring had met de stoomboot „Eddystone".

Bij de pogingen tot lichten van de boot, is de ketting gebroken, waarbij acht menschen ernstig gewond raakten.

Frankrijk.

De onderzeeboot „Nivöse", gebouwd naar de plannen van Laübeüp, is begin Januari van stapel geloopen. De „Nivöse", is de laatste van de serie type „Pluvióse", natuurlijk belangrijk gewijzigd sinds men met 't bouwen begon naar de oorspronkelijke plannen.

Inplaats van 51 M. lang en 398 ton, is de „Nivöse" 54 M. lang 4 M. 90 breed en 450 ton waterverplaatsing. De boot is te water gelaten, bijna geheel gereed met motoren, torpedo's etc aan boord.

Van de negen onderzeebooten van de begrooting 1912 „Q 94"-„Q 102", waarvan er twee einde November bij de rijkswerf te Rochefort, in aanbouw zijn gegeven, behooren er acht tot een verbeterd type „Clorinde": 410 ton, 53.95 M. lang,