korte mededeelingen.

1039

Nog meer besparing is te verkrijgen als alle afgewerkte stoom van de hulpwerktuigen naar de turbine wordt geleid.

(„Schiffbau").

Literatuuropgave.

„Stoppweg, Stoppzeit und Rückwartsturbine". Dr. Weitbricht.

„Schiffbau", 14 Febr. 1912. „Die Oelfeuerungs-Anlage auf dem japanischen Pacific-Dampfer „Tenyo Maru" und „Chiyo Maru".

„Schiffbau", 24 Jan. 1912.

„Les gros moteurs a combustion interne — Leur avenir dans les marines militaires et commerciales". „Le Tacht", 13 Jan. 1912.

„L'Hélice Maublanc —Lallié."

„Le Yacht, 20 Jan. 1912.

Torpedo- en mijnwezen.

Engeland.

Gedurende de oefeningen van de Atlantische vloot en de Home-fleet behaalde het slagschip „London" de beste resultaten bij een wedstrijd in het snel uitvoeren van de torpedonetten. Dit schip heeft hiervoor hydraulische inrichtingen.

Frankrijk.

De stoomvisschersvaartuigen „Lorientais" en „Danier" zijn door de marine aangekocht om dienst te doen als mijnenvisschers te Oherbourg.

Rusland.

De mijnenleggers „üssuri" en „Mongulai" worden bij de Siberische flottielje mijnenleggers ingedeeld.

De kruiser „Bogatyr" wordt tot mijnenlegger omgebouwd.

Strategie en Taktiek.

Cuba.

Voor de nieuw te bouwen vloot zijn een beschermde kruiser en een schoolschip te Philadelphia van stapel geloopen. De kruiser, welke den naam „Cuba" krijgt, is 2055 ton groot bij eene lengte van 79.25 M. en een breedte van 11.88 M. De bewapening bestaat uit 2 kns. van 10 cM., 4 van 4.7 cM. en een groot aantal machinekanonnen; de snelheid moet 18 mijl bedragen.

Het schoolschip heet „Patria" en is 1200 ton groot bij een