beide gevels, waar baksteen is aangewend met bepleistering. Debuitenordonnantie is om veel redenen merkwaardig. In haar geheel romaansch, heeft zij in de details menig gothisch motief. Romaansch toch is die duidelijke onderscheiding van zijbeuken en hoofdschip, de afwezigheid van steunbeeren en luchtbogen: er zijn wel lisenen of pilasters, maar deze vervullen uitteraard meer de rol van ornament dan van schoormuur. Romaansch zijn verder nog de acht rozetten van weerszijden in den lichtbeuk, romaansch ook de hoofdvormen van zes der zijbeukramen, welke een rondboog vertoonen met twee zeer fijne kolonnetten omlijst op dezelfde wijze als 't portaal. Aan diezelfde ramen is ook de spitsboog aanwezig: in 't midden verrijst een stevige stijl, die, zich splitsend, het gansche romaansche raam in twee gothischehelften deelt. Men bewondere hier den schoonen eenvoud der vormen, de redelijke verdeeling der ruimte en de sobere doch o zoo gelukkige versiering: hoe die kleine slanke kolommetjes vertrouwelijk naast elkander staan en als met verschillende takjes uit het frissche kapiteel over en in elkaar groeien. De rondboog van 't raam is door een grooteren rondboog omlijst, en als men dezen wat nader bekijkt, ziet men al spoedig een onregelmatigheid, die in den totaalaanblik heelemaal wegviel. Het eerste raam (portaalzijde) is namelijk niet in hetmiddengeplaatstvan het compartiment: aan den linkerkant is het verder van den wandpijler verwijderd dan aan den rechter; het tweedeen
derde raam lijken wel in het midden te staan, terwijl wederom het groote raam van 't transept (als men dit lage dwarsbouwtje zoo noemen mag) wel met zijn toppunt loodrecht ligt onder het toppunt van den gevel, maar niet in het midden van het muurvlak: aan den kant der sacristie is de muur heel wat verder uitgebouwd.
Wanneer wij nu het oog wat hooger laten zweven op de vierrondvensters, dan valt ook hier weer eene groote onregelmatigheid op. Men kan wel zeggen dat de vensters op gelijken afstand van elkaar zijn aangebracht, maar ten opzichte der verdeeling van den lichtbeuk staan ze toch zeer vreemd: de drie eerste (portaalzij de) zitten te veel rechts in hun velden, het laatste te veel links. En als ge u nu de
FIG 4.
SCHEMATISCHE PLATTEGROND VAN 'T SCHEEVE KOOR.
265