gelegd om door de leden van St. Eligiusgilde bewoond te worden, die daar ook nu nog in grooten getale hunne smidsen hebben. Het verbod, dat de smeden elders dan in die straat mochten wonen, is feitelijk nooit opgeheven, al wordt het nooit meer gehandhaafd. In 1843 nog kreeg een smid op zijne aanvrage om in de Menstraat eene werkplaats te mogen inrichten de vergunning onder uitdrukkelijke voorwaarde, daar slechts kleine voorwerpen te mogen maken. De koperslagers hadden echter al in de 16e eeuw hunne werkplaatsen in verschillende straten.

Vooreenigen tijdwerd bijeeneopgraving in de Vaalt eene laag sintels gevonden van wel drie meter dikte; hier was dus de stortplaats der smeden. In dezestraattreft men nog vele gevels van hetzoogenaamd Geldersch-Overijsselsch type aan. Wandelen wij de Smeestraat afin de richting van de Noordenbergstraat, dan kunnen wij door de Spinhuissteeg in de Bagijnenstraat komen. In de Spinhuissteeg stond voorheen het Arme-Fraterhuis, dat in of kort na 1623 „voor jongens en vrijsters, die op het wolspinnen gaan, in een werkplaats en schole verandert, en tot andere gebruijken aangeleit" was. Boven de poort stond dit versje:

OP DAT DE ARMEJ EU GD DOOR LEEGGANG NIET VERWENNEN, EN BL1JVE IGNORANT DE LETTERKUNST TE KENNEN:

SOO HEEFT DE MAGISTRAET UITLIEFDE VOOR DE DEUGT DIT WERKHUIS HIER GEMAEKT EN SCHOOLE VOOR DEJEUGT.

De Bagijnenstraat is merkwaardig door de talrijke instellingen van barmhartigheid, welke allengs uit andere stadswijken zijn overgebracht naar de verschillende kloosters en gasthuizen hier reeds aanwezig. De oude gebouwen zijn in het midden van de 19e eeuw allen voor den grond geworpen, in wier plaats de tegenwoordige kwamen, welke allen zijn opgetrokken in den zoogenaamden nieuwgriekschen stijl. Door hun rustig voorkomen en keurig onderhouden tuinen aan de straatzijde maken zij een aangenamen indruk.

FIG. 14.

POORTJE VAN 'T VOORMALIG STAPPENCONVENT. 1658.

237