Hoe goed de Lenötre-tuin echter ook paste bij hetVersaillesvan LodewijkXIV, waarbij het zich aansloot als een reusachtige receptiezaal in de open lucht, enkele gegevens heeft de maker uitden Italiaanschen tuin overgenomen, die nietgeheel op hun plaats waren in Noord-Frankrijk: de terrassen en de waterwerken. De Italiaansche tuin lag meestal op glooiend terrein en terrasaanleg was daarom de meest aangewezen oplossing om den grond bruikbaar te maken. In Frankrijk daarentegen moest men de terrassen kunstmatig aanleggen, hetgeen met veel kosten en moeite gepaard ging. Voor de waterwerken geldt hetzelfde. In een bergland zijn ze met geringe moeite te maken; in Versailles moest een groot gedeelte van den tuin ondergraven en overwelfd worden om de aanvoerbuizen en de machines te bergen.

Nog sterker dan in Versailles spreekt het ornament in de tuinaanleg van het paleis Clagny (fig. 13). Het bestaat uit één figuur dat zich aan weerskanten van den mid-

FIG. 17. HOLLANDSCHE LENöTRETUIN.

denweg herhaalt, zuiver symetrisch en toch zonder stijfheid; metgenoegen volgt het oog de verschillende onderdeden, hoe ze tot één groot ornament zijn samen gevat, hoe elk deel zijn dienst doet en in de ruimte past, die het moet vullen. Aangenaam te zien is ook de rustige omlijsting, die eerst in den hoofdvorm van het ornament mee gaat, om later geheel rechtlijnig te worden, evenals het gebouw, waarbij de tuin gemaakt is. Tijdens het einde der 17e eeuw, toen de Lenötrestijldusal in decadentie geraakte, werd hij met zooveel andere Fransche gewoonten in Nederland ingevoerd. In al zijn grootheid heeft ons land dus nooit dien stijl gekend ; dit was echter niet alleen omdat hij eerst later werd toegepast maar het lag ook vooral aan het verschil tusschen Frankrijken Holland.Flettoonaangevende element was bij ons de rijk geworden, eenigszins zuinige burgerij, in Frankrijk daar en tegen een Lodewijk XIV en zijn adel.

Wat Lenötre en ook zijn navolgers nog altijd in onbekrompenheid uitwerkten, werd in Holland op kleinere schaal beproefd in de tuintjes achter de huizen of in de theetuinen buiten de poort. In een betrekkelijk kleine ruimte werdalles,wat Lenötre in zijn parken had aangebracht, samengedrongen en zooals het meer gaat met namaken, men vergat naar het verband der dingen te zien. In plaats van den eenvoudigen tuinaanleg van vroeger, kwam nu een gecompliceerd ornament, dat er op berekend was een uitgebreid vlak te vullen en maar niet

208