FIG. 11.

HET PARK VAN VERSAILLES.

groenten, zoowel als bloemen, meestal tulpen. Elke tuin had een houten of steenen tent, die zelfs tot de 19e eeuw een bizondere rol bleef spelen. De Camera Obscura immers verhaalt ons ook nog van de zeegroene theetent waarin Hendrikjohannes Bruis zijn bezoek brengt. Minder eenvoudig waren de buitens der aanzienlijken aan den Amstel en de Vecht, bij den Diemermeer,of inhetKennemerland. Tot de grootere buitens behoorde ook het bekende Zorgvliet van Cats en het park van het Huis ten Bosch. l) Een beschrijving van zijn Renaissance tuin geeft Huygens in „Hofdijk". In plaats van de fransche fonteinen had dedichtereen

l) De Hollandsche buitens behielden nog sterker dan de Fransche parken den tuinvorm ; ze besloegen echter ook een kleinere oppervlakte.

vijver. Zijn tuin was gemaakt naar het symmetrische plan van Vredeman de Vries, tenminste hij spreekt van wegen.

„Die kruiswegs overeen mijn bosch in vieren

breken;

Zoo moet de deeling zijn, dat weet de minste kok. Let op dien o verhoek, gij vindt hem naar den regel In evenredigheid zoo vierkant als een tegel."

„Daar is een middellijn die Hofwijk scheidt in

deelen

Daar van de slinker van de rechternieten schelen Eenoost-,een westerpoort; een oost-en westerlaan Een eiland oost, een west, in bei gelijke paan, Een boomgaard midden in, een plein, een huis,

een vijver.

Wie die verdeeling laakt, veracht vooreerst zijn

zeivers:

Twee schouders in het kruis, twee heupen daar

sij hooren,

Een dij van wederzijds,een knie,een been,een voet; Is, seid ik, dat Gods werk, dan is het zekergoed."

203