de heggen, de loofgangen, verder de fonteinen en de beelden waren de hoofdfactoren, die uit het Zuiden naar West-Europa werden overgebracht;het eerst naar Frankrijk onder Hendrik II. De loofgang kreeg er den naam van „berceau", op welks hoeken prieëlen werden aangebracht,(„cabinetsdeverdure");somsookzette men den „berceau" in het midden van den tuin (PI. XLIV). Evenals in Italië kregen de perken tijdens de regeeringvan Frans I een fijner ornament en werden onderscheiden in meer eenvoudige vierkante „bloemparterres" en „grasparterres" met geometrische figuren en meanderslingers van graszoden. Tuinarchitectuur zooals trappen en bordessen werden echter veel minder toegepast dan in Italië, omdat vooral in het noorden van Frankrijk de bodem vlakis,en de terrassen dus kunstmatig aangelegd moesten worden.
Rijker nog dan onder Frans I werd de Fransche tuinaanlegtijdensCatharinaen Maria de Medici. Het is niet te verwon-
FIG. 8 PARK DER MEDICI BIJ FLORENCE;
NAAR HEYCK, FLORENZ UND DIE MEDICEER.
deren, dat deze vrouwen, gewend aan de parken van Florence en Rome, zich niet te vreden konden stellen meteenvoudige tuinen. Catharina de Medici liet de Tuilerien bouwen door den architeckt Androuet du Cerceau, die ook den tuin daarvan ontwierp. Maria deMedicideed het bekende Luxembourg-paleis vervaardigen en den tuin er om heen aanleggen. ') Het verschil tusschen tuin en park was bij de Franschen niet zoo sterk als bij de Italianen; het park werd beschouwd als een groote tuin en was daar om meer architekturaal dan naturalistisch. De perken uit den tijd der Medici vertoonden fijn bewerkte patronen van ranken, die doen denken aan borduurwerk (fig. 9); zij droegen daarom den naam van „broderie". Het zijn de fijne teekeningen van het Renaissance ornament, dat zich later, in den LodewijkXIV stijl, zal verzwaren tot breede banden. In Nederland behield men langden soberen aanleg der Gothiek, totdat de architektderNederlandsche Renaissanceman Vredeman de Vries, daarin een verandering bracht. Hij ontleende details aan den Italiaanschenen Franschen stijl, maar verwerkte ze naar eigen smaak. Zoo verkreeg hij een karakteristiek geheel, dat evenals zijn verdere werken zich eigenaardig onderscheidde van hetgeen er in andere landen werd gemaakt. Jammer is het, dat in de eenvoudige compositie,dieeengemakkelijk te overzien geheel geeft,(fi. 10) de details zich te veel herhalen, zoodat
l) In beide nu nog bestaande parken is natuurlijk veel van den oorspronkelijken aanleg veranderd.
199