de tuin (fig. 7) naar een vast systeem aangelegd; hij vormde als 't ware een deel van het huis. Rechte lijnen en duidelijke geleding waren dus een eerste vereischte. Huis en tuin moesten samen één kunstwerk vormen en werden beide doorden architektontworpen. Zooals bij het Renaissance gebouw was er ook bij den tuin eenvoud van hoofdlijn en meer samengestelde bewerking van het detail. Dehoofdverdeeling was rechtlijnig; elke hoofdafdeelingvormde op zichzelfweer een geheel, in onderdeden verdeeld, waarvan de bloemen het ornament kleurden en een fontein of beeld het midden aangaf. Elke onderafdeeling, elk perk dus, was met een buxusrand afgezet;om den geheelen tuin liep een groenewand, een heg of een loofgang, waarin nissen
waren gesnoeid voor copieën van antieke beelden. Het huis, als hoofdpunt in dezen architekturalen aanleg, moest het geheel domineeren en stond op een terras, dat met trappen naar den tuin voerde.
De Italianen maakten een verschil tusschen tuin en park. De tuin, zooals al gezegd is, moest zich naar de regels der bouwkunstvoegen, omdat hij als onderdeel van het huis beschouwd werd. Het park was een geheel op zichzelf, een, om zoo te zeggen, omsloten stuk natuur; de planten moesten zich daar in vrijheid ontwikkelen. In hun tuinen plaatsten de Italianen geen schaduwgevende boomen, wel loofgangen, maar in de parken stonden mooi uitgegroeide boomen en boschpartijen, (fig. 8) De buxus omlijstingen,
198