schetsend „Joy of the Ground

noemd. ')

Maar hoe aardig de Gothische tuintjes er ook uitzagen, ze waren geen kunstwerken, ze hadden iets kindelijk-naïfs; er sprak een onbewust meeleven met de natuur uit, zonder begrip echter van de decoratieve beteekenis van de kleur en den groei der planten. Aan het einde der middeleeuwen veranderde de tuinaanleg in Engeland. De bloembedden vertoonden daar een in elkaar geschoven, als 't ware „geknoopt" geometrisch ornament, dat den naam van „notted-bed" droeg; voor omheining der perken kwam een hekwerk in de mode, zoodat het „railedbed" ontstond ; achter in den tuin maakte men een loofgang. Dit waren de drie voornaamste kenmerken van den Tudor-tuinstijl. Onder Hendrik II deed het „notted-bed" in Frankrijk zijn intocht. Het werd echter niet met een hekwerk, maar met kort gehouden buxus omsloten. De lijnen van het „notted-bed", door bloemen, grasranden en gekleurd zand vervaardigd, namen geheel den vorm aan van het meander figuur, dat als het vroeg-Renaissance ornament o.a op boeken kaften en porcelein voorkomt. De kortgeschoren buxus was een van de veleelementen der Italiaansche Renaissance tuinen, die sinds de regeering van Hendrik II en Frans I den eenvoudigen Gothischen

') Ook nu nog staat de periwinkle in de Engelsche parken tusschen het gras en het madeliefje is er een welkome, natuurlijke decoratie voor de „lawns."

ge- tuinvorm in Frankrijk verdrongen.

Voordat het mogelijk is, de Renaissance tuinen van West-Europa te bespreken, moet er een kort overzicht vooraf gaan van de Italiaansche tuinen der 15eeeuw, omdat Italië ook in dit opzicht aan de andere landen den weg heeft gewezen. De heerschers van het quattrocento lieten bij hun paleizen tuinen aanleggen op antiek-Romeinsche wijze met groene heggen, beelden en fonteinen. Evenals het Italiaansche Renaissance huis werd

FIG. 6

GOTHISCHE

TUIN ; NAAR EEN SCHILDERIJ VAN BOUTS.

197