FIG. 1.

EEN DEEL VAN DEN PLATTEGROND VAN HET KLOOSTER ST. GALLEN MET HORTUS EN HERBULARIS;

NAAR KUHN,KUNSTGESCHICHTE.

EEN OVERZICHT VAN DE ONTWIKKELING DER TUINKUNSTIN □ WEST-EUROPA. □

en huis en hof te bezitten is wel een van de eerste dingen, die

yfJZcM ^e menscn heeft verlangd : het huis, om zich tegen de invloeden van het weer te beschutten, de hof, (de tuin) om zich van plantaardig voedsel te voorzien. Huis en tuin hebben dus al zeer lang de ontwikkelingsphasen van hun eigenaars meegemaakt en zij wijzigden zich met de gewoonten en den smaak der menschen. Van het huis is dit vrij algemeen bekend; bijna ieder weet, dat elke tijd zijn eigen bouwstijl heeftgehad. Minder bekend echter is het, dat ook de tuin in verschillende tijdperken een ander karakter draagt, en dat dit in zeer nauw verbandstaat met den tijdgeest,den aard van het land en zijn bevolking. Volgt men in groote trekken de geschieden is der tuinkunst van West- Europa,dan

valt er op te merken, dat de middeleeuwsche tuin, waarin een minimum van kunst was aangebracht, in alle landen een nagenoeg gelijken aanleg vertoonde. Aan het eind der middeleeuwen deed Frankrijk naar italiaansch voorbeeld den eersten stap, om den tuin tot een kunstwerk te maken. De Franschen bleven aan het hoofd der beweging tot den bloeitijd van den Lenötre stijl, die ook in Nederland en Duitschland, in Engeland eerst zeer laat, gevolgd werd. Daarna gaf Engeland den toon aan en bracht tweemaal een groote verandering in de tuinkunst: in de 18e eeuw met den landschapsstijl, in de 19e eeuw met den modernen Engelschen tuin. Door alle tijden heen hield in Engeland de tuin een zelfstandig karakter, er werden gegevens gebruikt, die als specifiek Engelsch beschouwd kunnen worden, b.v. de voorliefde voor gras en losse bloemen. Nederland en Duitschland volgden altijd getrouw de mode.

Vóór de 9e eeuw zijn er geen vaste gegevens over de tuinen van West-Europa.

193