TENTOONSTELLING VAN OUD-ENGELSCHCREWELWERK EN HANDWERK NAAR KELTISCH EMOTIE VEN IN HET ATELIER VOOR DECORATIEVE KUNST „HET HUIS".

-r^Mjr-iet moge al niet makkelijk zijn om een huis, dat men nieuw [S5SI inricht zoo stijl- en smaakvol ItafiJLl mogelijk te maken, het probleem wordt voor veel menschen nog moeilijker als allerlei redenen ons verbieden een geheel nieuwe inrichting te nemen, en men toch voelt, dat het oude ons niet meer voldoet. Toch kan er zoo dikwijls een aardigen gezellig geheel verkregen worden, als men niet al te angstval lig is, om bij het oude iets nieuws te voegen, maar dan moet dat nieuwe niet te opvallend of opdringend zijn. En vooral laat men toch trachten zijn eigen persoonlijkheid in zijn huis vast te leggen, zoodat niet iedere woning volgens één mode of patroon zij ingericht. Dit persoonlijke karakter van het huis moet zooveel mogelijk door de vrouw aangebracht worden, ten eerste omdat zij meer geheel in het huis leeft en opgaat, ten tweede omdat zij in den regel voor dergelijke zaken meer smaak heeft, gepaard aan practischen zin. En wanneer zij dan tijd en lust heeft kan de vrouw het meest eigenaardig cachet aan hare kamers geven, als zij die zelf met handwerk weet te sieren. Gelukkig behoeven we niet meer bang te zijn, dat we zullen terugkeeren tot de eindelooze nuttelooze antimakassers

en kleedjes onzer grootmoeders, daarvoor is aller smaak toch te veel ontwikkeld. Maar wat dan, velen die niet zelf ontwerpen kunnen, voelen zich niet aangetrokken tot de zeer moderne lijn en kruissteekpatronen,die slechts een slaafsch nawerken zonder eigen smaak of vaardigheid vragen, en dikwijls te fijn oogenbedervend werk zijn. Daarbij is het effekt, tenminste voor huis en kamerversiering dikwijls niet evenredig aan de uren arbeid die de eindelooze lijntjes en vakjes vragen. Nog steeds zoekt men inspiratie voor bouwwerken en meubels bij oude werkstukken, waarom zou men dat dan voor handwerken niet kunnen doen. Te weinig is er altijd nog gelet op zooveel moois wat in deze richting in Engeland in vroeger eeuwen gemaakt is, toen de Engelsche borduursels hoog in eere waren. Er moet toen wel heel veel gearbeid zijn door voorname vrouwen om hun huizen te versieren met hun naaldwerk, want toen men eenmaal aan het zoeken ging, vond men in oude kasteelen een groot aantal gordijnen, behangsels, bedspreien, stoelbekleedingen en had men de patronen maar voor het kiezen. Zeer opmerkelijk is het hoe die beweging, om het oude handwerk te doen herleven in Engeland is ondernomen. Het bestuur van de Kunstnaaldwerkschool van South Kensington te Londen, waarin leden der Koninklijke familie en vele hooggeplaatste vrouwen, met artisten van naam, zitting hebben, liet door kunstenaars mooie patronen

154