wiens werken echter toevalligerwijs en bijtijds onder de waardeerenae oogen van eenige Nederlanders zijn gekomen, zoodat de persoon Iko misschien door het nageslacht niet geheel en al vergeten zal zijn. Onder die Nederlanders verdient genoemd te worden de heer Th. J. A. Hilgers, die in het Weekblad van Indië no. 37 jaargang 1905 eenige bekendheid omtrent Iko en zijn kunst heeftverspreid. „Wil men", zoo schreef de heer Hilgers o.m., „wil men de inlandsche kunstnijverheid dan ook werkelijk steunen en tot hoogere ontwikkeling brengen, zoodat zij op den duur een bron van inkomsten wordt voor velen, dan is het zaak er in de eersteplaatsvoor te zorgen, dat er goed wordt gewerkt en dat de echte kunstenaar aangemoedigd wordt door een ruime verdienste. Maar daarbij mag leiding niet ontbreken. En die leiding moet uitgaan van hen, die zelf liefde en aanleg voor de kunst hebben en daarbij den inlander een warm hart toedragen. De echte kunstenaars onder de inlanders moeten verstandiggeleidworden,zij zullen gaandeweg een aantal leerlingen met veel aanleg om zich vereenigen, en zoo kan dan de Indische kunstnijverheid langzamerhand tot hooger ontwikkeling gebracht worden.

Naar mijn bescheiden meening hebben tot nu toe dan ook met het meeste succes gewerkt de kunstliefhebbers, diegedreven door waarachtige liefde voor de kunst, hun steun verleenden aan enkele inlanders, die zij toevallig „ontdekten". En onder dezen mag zeker wei genoemd

worden de heer C. den Hamer, inspecteur van hetinlandsch onderwijs, die onlangs met pensioen naar Nederland is vertrokken.

Geheel toevaliig, meen ik, ontdekte de heer Den Hamer een Soendanees, Iko genaamd, met buitengewoon veel aanleg voor de beeldhouwkunst. Langen tijd heeft dezelkoonderleidingvanden heer Den Hamer geknutseld, maar het werk, dat de eenvoudige man leverde, droeg reeds dadelijk de sporen van gevoel en liefde voor de kunst. Daar zat gedachte, daar zat ziel in! Verder bemerkte de heer Den Hamer al spoedig, dat hetgeen knutselen bleef, hij sloeg er met forsche hand op in, die eenvoudige Iko, hij durfde. Zoo kreeg hij weldra moeilijker arbeid, kleine studies, en hetsucces was schitterend. Het kleine beeldhouwwerk op onze foto leverthetbewijs, datlko een kunstenaarsziel en een kunstenaarsoog bezit.

Toen zette de heer Den Hamer hem aan een zeer moeilijk stuk. Hij zou uiteen groot blok hout een Siwah snijden. Het oorspronkelijk beeld hoort thuis in het Semarangsche, doch bevindt zich thans, zeer geschonden, in het museum te Batavia. Ongelukkig vertoondehethoutinwendig scheuren, maar toch werkte Iko moedig voort.

Thans is Iko aan zijn meesterstuk bezig en de heer Den Hamer heeft het genoegen mogen smaken het groote steenen beeld onder de hand van den kunstenaar te zien ontstaan. Bij zijn vertrek naar Europa was het echter nognietgeheelaf.

150