FIG. 14 BRINK 40. VOORMALIGESCHOUW.
vertoont inwendig de sporen van twee vensters aan de zijde van het pleintje; naast heteene venster geeft een deurtoegang tot de torentrap. In het midden van den anderen wand, welke tegen het torentje aanschiet, bevindt zich de ruimte, die gediend heeft voorden rookvang der schouw van de verdieping gelijkvloers. Tusschen deze ruimte en den zijmuur aan de straat „Achter de muren" is een toegemetselde toegang naar het belendend perceel. In den tegenovergestelden wand is eveneens een toegemetselde toegang naar de tweede verdieping van een
huis, dat in den muur, gekeerd naar den tuin van de loge der vrijmetselaars in de Rijkmanstraat, drie zeer groote toegemetselde rondboogvensters heeft, waarvan in een thans een vierkant met luik voorzien lichtgat is. De gelijkvloersche verdieping van dit laatste gebouw is nu gedeeltelijk een paardenstal; die van het eerste bevat behalve de voormelde poortgang een ruim vertrek, in welks buitenmuur aan het pleintje zichtbaar zijn een toegemetseld poortje mettweehoogetoegemetselderondboogvenstersaan weerszijden. De ijzeren oogen, waarin de hengsels der poortdeuren draaiden, bestaan
FIG. 15.
MUNTTORENTJE.
146