wel tusschen den binnen- en buitenvestingmuur als tusschen laatstgenoemde en de Haven. Behalve van dit gebouw was Peter bovendien nogeigenaar van eenige daarachter gelegen perceelen, welke toegang gaven tot de straat „Achter de Muren". Zijn zoon David, die evenals hij vele jaren lid van den magistraat is geweest, droeg 15 Januari 1652 op aan de echtelieden Joan Borgerinck en Christina van Kernebeeck krachtens verkoop van 10 October 1648 „het sael, daerinne voormaels zijn genade den Rijngraeve gewoont, het voorsael, een stal van acht peerden, een achterhuis met drie olijbacken ende eene poorte, het gemack, daerinne deser landschaps muntofficine gewesen, met een huisken daertegens over, ten dage van de vercoepinge bewoont door eene weduwe, en eintelijck nog twee andere gemacken daerbij, uitgaende door een ganck in de Rijksmansstraete, alles achter des heeren vercoepers huis an den Brinck, tusschen huiseren van provisoir Conrad Nijlandt en Evert van Rijssen, waerbij noch voor het leste het gebruick van den hof op ten wal achter het voirsegde huis, daervan die grontde stadt is toebehoirende". Den 1 < Mei 1653 droeg hij, krachtens koopcedul d.d. 3 April 1652, het huis „van olds die twaelff apostelen" genoemd en gelegen aan den Brink tusschen de huizen van pro visor Conrad Nilandt en Everhard van Rijssen „met het achterhuis, naederhant door hem vercooper van nu wijlen den vaegt Joan Borgerinck weder angecoft, endeden uitgancksoowel achter tusschen "

den muijren als nae die Rickmanstraete" op aan burgemeester Henrick Nijlandt en diens vrouw Anna Wentholt. Deze Hendrik Niland was het beruchte koninkje van Deventer, eens een man van grooten invloed in 't land van Overijssel en geenszins onbekwaam, die echter door partijdige tijdgenooten en naschrijvende geschiedschrijvers onbillijker beoordeeld is, dan hij verdiende.

FIG. 12.

BRINK 40. VOORMALIGE GEVEL.

143