van een reeds bestaanden toestand, want „also die trappen an die wage noitwendig moeten werden gerepareert, is goet gevonden ende geresolveert, dat men een proevesal doen mettetomleggen van twee ofte drietrappen, ende deselve te behouwen naervereisch, metanvullinge van agteren met clinckers in sements", gelijk de raadsresolutie van 6 Februari van dat jaar ons leert.
De ontwerpers van hetaanbouwsel,twee steenhouwers uit Gildehaus geheeten Jan Bour (Bouwer) en Hans Willem Amushoff, leverden vier modellen in, waarvoor zij krachtens raadsbesluit van
FIG 7. KANTONGERECHT SCHOUW
136
19 April 1643 vier rijksdaalders ontvingen.
Den 8 Juli d. o v. werd besloten „datt het model, huijden door de meesters overgegeven, gevolicht en die trappen van de waeghe alsoo daernae gemaeckt sullen worden (fig. 10). Het schijnt dus, dat de ingeleverde vier modellen nog niet naar den zin der heeren van den magistraat waren geweest. Hoe het zij, het gebouw werd toen voorzien met de „glanzend entfaltete Treppenanlage", die „trotz eines unterschiedenen Stylcharakters die Wirkung des Spatgothischen Gebaudes erhöht (Galland. Ren. in Holl.). Het opschrift op de pui is :
BEGONNEN Ao.. 1643 . TIMMERMr. CAMENER . EVERHARD . ROUSE.
VOLTROKKEN . Ao. 1644 TIMMERMr.
CAMENER . IELLIS . NYLANDT . I.V D. De fundatiesteen aanwezig aan de n.w. zijde van het gebouw behelst dit opschrift :
INT . JAER . ONS . HEEREN . ANo. MD .
ENDE . XXVIII. OP.SUNTE.MARIEN.DACH .WOERT.DEN. EERSTEN . STEN . VAN . DESEN . WAECHE .
GHELACHT.
1.5.2.8.
Het materiaal, waarvan hetgebouw werd opgetrokken, is afkomstigvan tweeblokhuizen, welke aan de overzijde van den IJsselstonden. Het eene fort, oorspronkelijk een „torn of vyerkantich huys" door Philips van Bourgondië in 1456 aangelegd, toen hij Deventer belegerde, en naderhand door destedelingen als bolwerk tegen de Gelderschen gebruikt, werd in 1521 door hun hertog Karei van Egmond