92
de Amerikaansche N.V. in staat haar 'kapitaal al naar behoefte, en onder gebruikmaking van elke fluctuatie op de effecten- en geld-markt, langzaam en bestendig te vermeerderen alsook door inkoop van eigen aandeelen te verminderen — dit in tegenstelling tot de Europeesche vennootschap die vermeerdering van kapitaal slechts incidenteel kan bewerkstelligen, t.w. krachtens besluit der algemeene vergadering, gevolgd door publieke emissie of particuliere plaatsing van nieuwe aandeelen. '). Deze vrijheid van beweging voor de Amerikaansche N.V. bij het uitgeven van aandeelen brengt groote voordeelen met zich mee, die, in het systeem van strenge gebondenheid waarin de Europeesche vennootschappen verkeeren, niet bereikbaar zijn.8) Zoo zijn dan ook b.v. in Duitschland stemmen opgegaan om bij de financiering der Duitsche N.V. tot een gelijke elasticiteit te geraken. °)
De Amerikaansche „board" heeft de medewerking der algemeene vergadering alléén noodig voor de zoodanige maatregelen, die in het leven der N.V. van buitengewone beteekenis zijn; met name voor de wijzigingen van het charter, waaronder moeten worden verstaan: verandering in het gefixeerde maximum van het maatschappelijke kapitaal,10) en in doel en duur der vennootschap, liquidatie, fusie, en in het algemeen alle maatregelen die buiten het normale „management" der vennootschap vallen. u) Alle verdere meer huishoudelijke bepalingen, die in de statuten van de Europeesche N.V. een groote plaats innemen — b.v. oproeping tot de algemeene vergadering, overdracht van aandeelen, verkiezing van het bestuur, enz. enz. — worden geregeld in de z.g. by-laws die de board onafhankelijk opstellen en veranderen mag.12) De positie van het bestuur tegenover de a.v. is dus zoo onafhankelijk als men maar denken kan. Gedurende den loop der periode, waarvoor het verkozen is, kan het principieel niet door de a.v. worden afgezet.13) Deze heeft in het normale leven der N.V. slechts één recht dat praetisch van beteekenis is: het kiesrecht — alleen op deze plaats is de overigens almachtige positie van den board kwetsbaar.")
De Amerikaansche praktijk beschouwt, evenals de Hollandsche, dezen toestand als ongewenscht. In het eene zoowel als het andere recht heeft men beproefd dezen
7} Friedlander: KonzernrecSat, blz. 329 e.v. Scihmey: Aktie und Aktionar, blz. 291.
8) Flec'hthei'm: Zeitsehrift l'iir Auslandisches und Internationales Privatreeht, deel III, blz. 308. Hallstein: Die Aktienrechte der Gegonwart, Berlin 1931, blz. 182. Schmey: Aktie und Aktionar, blz. 288 e.v.
9) Schlegelberger: Juristisehe Wochensclirift 1930, blz. 2617. Von Miller: Zeitsehrift für das Gesamte Handelsrecht, deel 100, blz. 256 e.v.
10) Leading case: Chicago City B. Co. v. Aülerton, (18 Wall (US) 233)' 21 Lawyers Ed. 902. Voorts New York 36—38 Stock Corporation Law 1909, herzien door Laws 1924 c,h. 441
8 e.v. Laws 1926 eh. 310. Laws 1927 oh. 310. Laws 1927 eh'. 396. 'New Jersey Compiled Statutes, 1910 § 27, herzien door Laws 1926 eh. 318.
11) Leading Case: Dartmouth College v. Woodward (3 Wlheat 518 =) 4 La,w Ed. 629. Vgl. voorts Chicago enz. fi'y Co. v. Gilbtos 94 US 155.
12) Illinois: Oeneral Corporation Act. 1919, § 15 herzien door Laws 1921. New York General Corporation Law '(Laws 1909 e.i. 28) 'Sec. 30, 34, horzien door Laws 1917, eh. 538, Laws 1923 ch. 752. Ohio General Corporation Act, 1927, sec. 12 = Page and Adam's General Code ((1926) § 8623—12. West-Virginia, Barnes, Annotated Code 1923, eh. 53. sec. 55. Delaware, General Corporation Law, 1899 sec. 12 = Bevised Code 1915 eh. 65 sec 12.
13) B.v. New York General Corporation Act .sec. 307 en 91 in verbinding met sec. 90—3, 4. Vgl. hiervoor Roshrook: A treatise on the Law of Corporations in New York, as amended to January 1 1927, sec. 324, hlz. 158 e.v. In het algemeen vgl. iSchmey: Aktie und Aktionar, blz. 283 e.v.
14) Th. Conyngton: Corporation Procedure, hlz. 132.
misstand op de meest voor de hand liggende wijze uit den weg te ruimen, t.w. door het trekken van een scheidslijn tusschen groote en kleine aandeelhouders. De Amerikaansche methode is hier, als gewoonlijk, vrij van alle historische en dogmatische ballast. Zij heeft geleid tot het aandeel zonder stemrecht. -5) Van het aandeel met meervoudig stemrecht, dat in het Europeesche vennootschapsrecht zoo populair is, heeft de Amerikaansche praktijk slechts een gering gebruik gemaaktie). Het Nederlandsch recht heeft soortgelijke, zij het minder ver gaande waarborgen voor de stabiliteit van het beheer geschapen met behulp van de bindende voordracht, krachtens oligarchische clausule.1T)
De groep der ondernemings-aandeelhouders vormt zich reeds bij de oprichting der Amerikaansche N.V., en wel uit het oprichtings-consortium. Dikwijls is het stemrecht voorbehouden aan die aandeelen, welke bestemd zijn om duurzaam in handen der oprichters te blijven, en het publiek in het geheel niet worden aangeboden.1S) In het algemeen is het ook gebruikelijk, dat uitsluitend voor deze kategorie van aandeelen een volledige tegenwaarde in het vermogen der vennootschap aanwezig is.19) Daarentegen zijn de aandeelen, die het publiek worden aangeboden gewoonlijk zonder stemrecht.20). Aanvankelijk had dit ontbreken van stemrecht alléén betrekking op de verkiezing van het bestuur'-1) laatstelijk zijn aandeelen aan de markt gekomen, waarbij stemrecht absoluut ontbreekt.22)
De introductie van het aandeel zonder stemrecht heeft er toe geleid, dat de groote aandeelhouders dikwijls, bij betrekkelijk geringe deelname met eigen vermogen, zeggenschap hebben verkregen in vennootschappen, waarin door het publiek groote bedragen waren geïnvesteerd. De kans op wanbeheer is dan vrij groot, en oppositie is dan ook niet uitgebleven. Zoo heeft het comité van admissie bij de beurs te New York reeds in 1925 en 1926 bezwaar gemaakt tegen vennootschappen, bij welke het stemgerechtigde kapitaal in een opvallende wanverhouding tot het niet-stemgerechtigde kapitaal verkeerde.23)
15) Voor de 'herziening van het Duitsche vennootschapsrecht heeft B. Müllcr-Erzkach voorstellen gedaan geheel in den 'geest van het Amerikaansche recht (stemrecht 'beperkt tot don, kring der management stocklholders, alle andere aandeelen zonder stemrecht enz.). Deze voorstellen zijn. echter door do meerderheid van de commissie verworpen. Vgl. Zeitsehrift der Akademie für Deutsches Keent, 1934, Iblz. 22 e.v. en hiervoor K. A. Crisolli: Jurististiseho Woehen schrift 1935, hlz. 9.
16) Seh'mey: Aktie und Aktioniir, hlz. 342 hij noot 66.
17) Voor den rechtstoestand in Nederland vóór de nieuwe wet van 1928 vgl. Teken'broek, blz. 6'6 cv. Zie ook de bepalingen der nieuwe wet, Art. 3VHI, Art. 48a, 50c en hiervoor Völlmar: De nieuwe wet op de iNaamlooze Vennootschappen, 5e druk, 1932, blz. 18. Grosheide: De bestaande Naamlooze Vennootschappen en de nieuwe wet, 2e druk, hlz. 65 e.v.
18) Seligmann: Reports of the American Bar Association 50 (1925), hlz. 851 cv., 853. Tk. Conyngton: Procedure, hlz. 399. Dewing: Enterprise, deel II, hlz. 309 cv.
19) Vgl. Lloyd v. Bamsay 1(192 Iowa 103), 183 North "Western Reporter 333. Dewing: Policy, hlz. 44 e.v.
20) Berie: Harvard Law Beview, deel 39. Een voorbeeld uit de praktijk geeft Gerstentoerg: Materials of Corporation Finance, 5e druk, New York 1924, hlz. 1013.
21) 'Zoo hij het zeer ibekende Common Stock class A, Vgl. Th. Conyngton: Procedure, hlz. 396 e.v. Dewing: Policy, blz. 74 cv. 'W'. Z. Bipley: Atlantic Monthly, 1926, blz. 94 e.v.
22) Dit werd b.v. in New York geoorloofd door herziening van sec, 51, Stock Corporation Law. Tot en met 1923 konden common stockholders alleen van ket kiesrecht voor het bestuur, „board ol' directors" uitgesloten worden. Sedert dien is. deze bepaling alleen regelend recht, zoodat aandeelen zonder eenig stemrecht uitgegeven kunnen worden.
23) Vgl. H. Both: Der Trust in seinem Entwicklungsgang vo,m Feoffee zur Amerikanis'ehen Trust-Companie, Marhur.ar 1928, hlz. 264 e.v. Vgl. voorts de Report of the Industrial Securities Committee of the (bankers' investment association