91
van geen bezwaar kan worden (verkregen. Naar gelang dit tijdsverloop kleiner is, zal bedoelde behoefte verminderen. Wij achten het dan ook mede uit dezen hooide van belang, dat niets onbeproefd wordt gelaten om dit tijdsverloop zooveel mogelijk te beperken.
■Mocht ook naar het oordeel van Uwe Excellentie het feit, dat een naamlooze vennootschap „leeg" is, niet zonder invloed kunnen blijven op het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar op een wijziging van de akte, dan zouden wij Uwer Excellentie in overweging willen geven aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken te verzoeken aan Uw Departement regelmatig mededeeling te doen van de bij haar Handelsregister inkomende opgaven van opheffing van de zaak van een naamlooze vennootschap, alsook van alle gevallen, waarin opheffing der zaak van een naamlooze vennootschap door een Kamer ambtshalve wordt aangenomen. Wij stellen ons voor, dat alsdan hiervan te Uwen Departemente in de dossiers der betrokken naamlooze vennootschap aanteekening wordt gehouden, zoodat bij eventueele aanvragen tot statutenwijziging daarmede rekening kan worden gehouden.
Het gevaar voor ondernemings-pensioenfondsen, die geen afzonderlijke stichtingen zijn.
Welk gevaar er voor de pensioengerechtigden van ondernemingen bestaat wanneer het pensioenfonds niet een afzonderlijke stichting vormt maar in het bedrijf is belegd, wordt duidelijk geïllustreerd door een vergadering, die onlangs gehouden is door de pensioengerechtigden van de Koninklijk Hollandsche Lloyd, nadat deze surséance van betaling had aangevraagd.
De heer J. F. van Muylwijk, secretaris-penningmeester van de Ver. voor scheepswerktuigkundigen, die eenige korte mededeelingen deed. over het karakter van het pensioenfonds van den K.HjL., ging naar aanleiding van de uit de vergadering gestelde vraag: wat er eigenlijk met de pensioengelden gebeurd was en waar zij waren gebleven, nog eens uitvoerig op deze kwestie in. Hij noemde het systeem, dat niet alleen bij den Lloyd maar ook bij de Mij. „Nederland" en bij de K.N.S.M. werd toegepast, immoreel en gevaarlijk, omdat het bij het personeel de suggestie wekt, dat men de beschikking had over een pensioenfonds, terwijl het geld van dit pensioenfonds er in werkelijkheid nooit is geweest. Reeds in 1930, toen spr. een onderzoek naar deze kwestie had ingesteld, heeft hij in een artikel gewezen op de leemte, dat men bij dit systeem geen recht had op uitgesteld pensioen en op de kapitale fout, dat het fonds in het bedrijf zelf was belegd, waardoor het slecht seen boekhoudkundige post werd. Weliswaar had men aanvankelijk bij de Ned. "Handel Mij. een bedrag van f 1.200.000 aan effecten gedeponeerd, maar toen de nood aan den man kwam, waren deze verzilverd en opgesoupeerd, wat niet wegnam, dat de boekhoudkundige post bleef bestaan. Spr. had ook altijd bezwaar gehad tegen het premievrije pensioenstelsel, waarbij het personeel geen enkel medezeggenschap had. Het was hoog tijd, dat de regeering zich met deze pensioenfondsen bemoeide en ze onder toezicht stelde van de Verzekeringskamer, want als de zaken bij de K.N.S.M. of de „Nederland"' mis liepen, zou het personeel zich voor dezelfde omstandigheden geplaatst zien.
Het woord was hierna aan de vergadering. In het algemeen waren het bittere en verontwaardigde opmerkingen, die gemaakt werden aan het adres van de directie en commissarissen. Er werd gevraagd of er, in geval van faillissement der maatschappij geen mogelijkheid
bestond, om van de vordering der gepensionneerden een preferente te maken, waarop de voorzitter natuurlijk ontkennend moest antwoorden. Op de vraag, of het wenschelijk was. een faillissement uit te lokken, kon de voorzitter nog niet natwoorden.
De positie van het bestuur der Amerikaansche N.V.
Dr. F. E. Schmey geeft in zijn openbare les „Amerikaansche en Continentale opvattingen omtrent het vraagstuk der Naamlooze Vennootschap", de volgende karakteristiek van het Bestuur der Amerikaansche N.V. Usually the stockholders are helpless as against their board of directors; they may request or they may command, but the directors need not heed nor need they obey so long as they are acting in good faith and in exercise of an honest judgment, within the powers of the Corporation. Nor is this unreasonable. Usually the management of any succesful business centers in one man or in few men, and if they are honest and capable, the less they are restricted and interfered with, the more likely is the business to continue to be succesful."
Hier is duidelijk geschetst hoe hoog de practijk van het Amerikaansche vennootschapswezen en, op haar voetspoor, het Amerikaansche vennootschapsrecht, de beslissende functie van de produdtieve persoonlijkheid des ondernemers aanslaat, bepaaldelijk in het kader van dien ondernemingsvorm, die — opmerkelijkerwijze! — met den term naamlooze vennootschap wordt bestempeld. Hier blijkt de bijzondere sociologische beteekenis der N.V., in dier voege dat zij den man mèt bekwaamheden, maar zonder vermogen, tot een bestuursfunctie in een groote onderneming kan roepen1)
De Amerikaansche Board of Directors is ,gedurende het normale verloop der maatschappij, geheel onafhankelijk van de algemeene vergadering. 2) Deze board combineert de functies van bestuur en raad van. commissarissen, functies die in het Nederlandsche, het Duitsche, het Fransche en praetisch ook in het Engelsche recht gescheiden zijn.3)
De Amerikaansche board maakt, onafhankelijk, balans en winst- en verliesrekening op en fixeert het dividend buiten medewerking van eenig ander orgaan der vennootschap. 4) Hij is belast met het „financial management" der vennootschap, voor zoover hij aandeelen in portefeuille en dikwijls ook gevoteerde en nog niet geemitteerde nieuwe aandeelen te allen tijde mag vervreemden, tegen lederen prijs die hem goed dunkt.r') Sedert de aanvaarding van het aandeel z.n.w. is hij, als boven uiteengezet, hierbij praetisch niet gebreideld door eenig verbod van emissie beneden pari.")
Deze laatstgenoemde bevoegdheid van het bestuur stelt
1) Vgl. iKarl Ratfogeii: A'ktiengosellsehaftcn ini Wörlcrbueli der VoiksWirtschaft, 2e druk, 1906, deel 1, 'bhs. 66 e.v. Franz Klein: t.a.p., hl% 218.
'2) Scihmey: Aktie und Aktioniir, blz. 283 cv.
3) Schiney: Aktie nnd' Aktioniir, bi/,. 278. Door de Oostcnrijksche wet ('A. H. R. B. Art. 287, 225) is toet .bestuur der N.V. frinmaal overeenkomstig niet liet Duitoohe reeiht geregeld, behalve dat de instelling van commissarissen, „Anfsichtsrat" niet verplicht is, maar in de Oostenrüksche praktijk was en is de enkelvoudige bestuursorganisatie, ,yVerwaltungsrat", „Diroktionsrat" iheersctoenid. Zoo ook in Tsclhech.o-Slowaki.ie (GSR), vgl. Proeihaska: A. H. G. B., Keicihenberg 1931, hij Art. 227.
4) Vgl. C. Hillyer's Corpora te Management and By-Laws, San Francisco 1927, .§ (Kil, blz. 828. Dewing: Poliey, blz. 550, Mead: Corporation Finance, blz. 195, 213, vgl. Mansion v. Ourtis 1(223 New York 313) 119 North Eastern Rep. 559.
5) Vgl. New Jersey Oompiled Statutes, 1910, § 121, veranderd door Laws 1926 ch. 318. New York Stook Corporation § 69.
6) Zie hoven hl. 18.