70

Tweedens is mij opgevallen, dat de naam Nieuwenhof reeds tegen het einde der 14e eeuw niet onbekend is geweest. In de raadsvergadering van 27 .Augustus 1380 werd een ordonnantie vastgesteld betreffende de scarwake ('s nachts patrouilleeren) en de eventueele bezetting der muren volgens de kerspels, door eenige zoogenaamde kerstoffels, daartoe met name aangewezen, die in elk kerspel zelf hun aantal tot 26 zouden uibreiden. De kerstoffels van de kerspels Sente-Hylaris en Sent-Vincentis kregen voor hun deel de stadsmuur „van der Jekeren boven des persoens huis van den Nuwenhof al totter Menrebroederemuer (Minderbroedersmuur) toe." De woorden „van den Nuwenhof" zijn in het Register weliswaar tusschen de regels, doch correct bijgevoegd. Onder „persoen" versta ik hier een geestelijke, en dan vraag ik me af, wat dat alles eigenlijk beduidt.

J. Bl.

Venloosch dialect. Vooral door de beoefenaars van de folklore en de dialecten in Limburg zal deze inbewaargeving worden toegejuicht.

BOEKENNIEUWS.

VERBETERING.

In het artikel : De „Torentjes" te St. Pieter staat : bl. 51 reg. 24 v. b. 1709, lees : 709

reg. 6 v. o. 18e eeuw, lees : 13e eeuw.

B EBICHTEN.

MAASTRICHT. De heer J. Notermans, onderwijzer te Maastricht, deelde ons mede, dat in den kelder van het perceel 32 in de Groote Stokstraat eene grafsteen lag met opschrift. Een ter plaatse ingesteld onderzoek

wees uit, dat zich in den vloer van dien kelder twee helften bevonden van eene eenvoudige grafzerk in Naamsche steen. Op de bovenhelft stond : D. O. M.

HIER LIGHT BEGRAVEN HIERONIMUS VAN BON BORGER EN COOPMAN DESER STADT STERFT DEN 12 9BER 1739.

Op de benedenhelft is niets te onderscheiden. Alleen leest men op den onderkant :

R. I. P.

Vermoedelijk is die steen afkomstig uit de afbraak van de St. Nicolaaskerk, die in 1837 ophield parochiekerk te zijn.

VENLO. Ons corrspondeerend lid de heer Jan Bloemen deelt mede, dat het Gemeente-archief van Venlo in het bezit is gekomen van het archief van het vroegere Vastenavond-gezelschap Jocus (1843—1906). Het bevat reglement, voordrachten, gedichten enz., bijna alles in

Voor eenige jaren werd de meening te berde gebracht,

dat de familie van Beethoven, waaruit de groote componist stamde, wel van Maastrichtschen oorsprong kon zijn Toen reeds werd aangetoond, dat zulks niet het geval was. In verband daarmee vestigen wij de aandacht op het opstel van P. Berg mans in den Bulletin de la Classe des Beaux-Arts van de Kon. Acad. v. België, dl. IX (1927), blz. 33—41 : Les origines beiges de Beethoven. Van het platteland in de omstreken van Leuven is de familie van Beethoven in den loop der 17de eeuw naar Antwerpen en Mechelen getrokken en heeft zich aldaar zeer vertakt. De grootvader van den componist verliet Antwerpen en vestigde zich te Bonn, waar hij hofmuzikant werd in Maart 1783. Aldus kwam de familie in Duitschland. Het opstel eindigt met de woorden, welke de minister Vandervelde zeide bij de grootsche feesten

te Weenen : „la Belgique 1'a donné a 1'Aliemagne, 1'Al-

lemagne 1'a donné au monde, et inclinons-nous devant

1'universalité de son oeuvre."

In de Mitteilungen der Westdeutschen Gesellschaft für

Familienkunde, Band V, Heft 6 (October 1927), komt,

kol. 249—259, een opstel voor, dat voor de geschiedenis van Oud-Limburgsche geslachten van belang is. Het is

geschreven door den bekenden genealoog E. v. O i d tm a n onder den titel van : Die Linie der Reichsfreiherren von Eynatten zu Wedenau und eine Grabplatte mit deren

sechzehn Ahnenwappen. Het is bedoeld als eene aanvulling der genealogie van het aloude geslacht van Eynatten, welke in den Annuaire généalogique des PaysBas, jrg. 1874, blz. 93—162, was behandeld, doch voor de linies van Obsinnich en Wedenau vrij onvolledig was gebleven. De linie van Eynatten-Wedenau had haar ontstaan te danken aan het huwelijk van Frans van Eynatten, heer van Neubourg, Gulpen en Margraten (f 1619), en Elisabeth von Hoemen-Odenkirchen, erfdochter van Wedenau (f 1613). De fraaie grafsteen met zestien wapenkwartieren van dit echtpaar is nog te Gulpen aanwezig. De schrijver geeft daarvan eene groote goed geslaagde afbeelding volgens eene fotografie. Wanneer men die aandachtig geschouwt, dan moet men met hem instemmen waar hij zegt :,. „Diese heraldisch-genealogisch wie

künstlerisoh "wertvolle Grabplatte ist vorlaufig gut er-

halten, sie müszte in die Kirche zurückversetzt werden, zumal das Gotteshaus nach seiner Verwüstung im Krieg in den Jahren 1613 und 1614 von einem Herrn von Ey¬

natten hergestellt wurde, wie auf der Steinplatte ver-