— 63 —
te Schinveld geboren werd in 1794 geprofest in de Norbertijner-abdij Reichstein in het Guliksche. Van 28 Juni 1811—Sept. 1813 was hij vice-pastor in 's Gravenvoeren. Den 6 Sept. 1813 maakte hij een contract met den hoogbejaarden pastoor Wolf en komt als vice-pastor naar Wylre, waar hij 28 Mei(!) 1816 dezen opvolgt en 24 Juli geïnstalleerd wordt.
1828—1868 J. F. Mommers, geboren te Vaals 3 Dec. 1797, gewijd 3 Juni 1821, kapelaan te Epen 27 Juli 1821—220ctober 1822 als wanneer hij kapelaan te Wylre wordt. Hij wordt hier pastoor benoemd 9 Sept. 1828 en geïnstalleerd 29 Oct. Onder hem werd 1835—36 de kerk gebouwd.
1868—1894 J. Baart, geboren in 1826, was van 10 Sept. 1852 eerst kapelaan en van 22 Dec. 1868 pastoor te Wylre. Zijn opvolger was :
1894—1915 A. E. Lienaerts, geb. 1844, gewijd 1870. Deze pastoor bedankte in 1915 en was sinds rustende te Kerkrade.
1915—1920 M. H. Maessen uit Schin-op-Geul. Geboren 1861, gewijd 1886, kapelaan te Roermond en Valkenburg, pastoor te Slenaken 1906. Deze pastoor, die o.a. over Slenaken en Carthiels schreef en veel stof verzamelde over Wylre (Zie Maasgouw 1920 blz. 2), overleed in 1920. 1920— H. ]. H. Steinbusch, geboren te Mechelen 1865, priester in 1892, pastoor eerst te Echterbosch. Onder dezen pastoor werd de kerk aan de Oostzijde merkelijk vergroot en van een nieuwen toren voorzien.
» *
Na de pastoors mogen de namen van nog eenige andere priesters volgen vooral uit P. R. Wij noemden reeds de kapelaans G. Wuestenraedt, Mathias Caldenborgh, en F. J. Mommers, J. Baart, die later op die standplaats pastoor werden, en J. J. Schnitzler.
Nog vinden wij als kapelaans vermeld J. Cloots, van wien het in 1727 heet: „hujus parochiae 30 annos vicarius". — Gilissen, die voorkomt in een testament van Frans Sleypen 20 Febr. 1733. — Frederik (elders Ferdinand) Knops uit Wahlwylre. Toen hij in 1761 stierf was hij 2% jaar kapelaan geweest te Wylre ad Golam. Hij werd 26 Dec. van genoemd jaar te Wahlwylre voor het L. Vrouwe altaar begraven.
In 1803 komt voor een Rompelberg (8). — Frans Jozef Vossen was vice-pastor van het jaar 1808—17. — In 1818 was kapelaan een Luxemburger Willem Schinck. Hij was geboren in 1791, gewijd 1816 en daarna kapelaan te Henri-Chapelle. Na twee jaar in Wylre te hebben vertoefd, werd hij in 1820 pastoor te Slenaken. — Hem volgde op H. Swelsen 1820i—22, die in 1824 pastoor was te Schimmert. — Jan ]oz. Zaunbrechers, geboren te Eygelshoven 1816, werd hij in 't jaar zijner priesterwijding
(1841) kapelaan te Wylre tot in den nazomer van 1852, als wanneer hij kapelaan werd in Nieuwenhagen. Hij was hier slechts 8 maanden toen hij 25 Maart 1853 stierf. — Op kapelaan Baart, in 1868 pastoor te Wijlre geworden, volgde /. W. H. W. Zaunbrechers, (geb. 1846), die na van 1870—80 aldaar kapelaan te zijn geweest, in 1890 tot pastoor van Epen werd benoemd en in 1894 te Simpelveld.
Dan volgen J. H. C. H. Jongen 1880—90, later Rector in Blumenthal (Vaals). — J. P. H. Jongen, geboren 1867, priester 1891, kapelaan te Wylre 1900, later pastoor in Spekholzerheide, thans deken in Echt. — J. L. Blonden, die in 1907 kapelaan werd benoemd, daarna Rector werd van Calvarieberg en thans stadsarchivaris is te Maastricht. — P. C. Ramaekers, geboren te Maastricht 1879, gewijd 1905 en, na kapelaan te zijn geweest te Hulsberg, als zoodanig benoemd te Wylre in 1916, en in 1927 pastoor te Wahl- en Nyswilre^
Wittem. H. MOSMANS CssR.
(1) Wij zullen aldus citeeren: I. H. en P. R. — Wij vonden Wylre ook genoemd S. Geevtruyden. Zoo wordt in een stuk uit 1670 gezegd: „De Heer van Wettem heeft de visscherije vander steenen brugge aff tot de gemeente van Sint Geertruyden. (Heerlijkheid Wittem. pak W. Rijksarch. M.)
(2) Aachener Geschichtsverein XXIX.;308.
(3) Habets. Bisd. Roerm. I, 443.
(4) Pablications deel 55, blz. 95.
(5) Dat de Registers I. H. soms klakkeloos werden overgeschreven van vorige Registers blijkt hieruit, dat b.v. in Register 106 (a° 1650—51) nog altijd de naam van Bertram Haspelt blijft figureeren.
(6) Een Willem Caldenborgh was beneficiant van het H. Kruisaltaar te Wylre.
(7) In 1699 schrijft pastoor Elissen een brief aan den graaf Hoen van ; Cartils, omdat Mathijs de la Haye, pachter op Cartils den Heer Beynens I beleedigd had. (Heerlijkh. Wittem pak E [Rijksarch. Maastr.] en mijn Heeren v. Wittem. blz. 113.)
(8) In 1790 was een Rompelberg kapelaan te Gulpen. Dezelfde?
BENEFICIANTEN TE WYLRE.
In genoemde kerk was eertijds een beneficie aan 't altaar van het H. Kruis. De Institutiones Hasbaniae geven de volgende beneficianten :
1525 Franc. Broekmans ad altare S. Crucis (I. H. anno 1525 fol. 182).
1541 Paulus Achtenrycke absens (familie van Pastoor Achtenrijt uit 1524 ?) Hij komt nog voor in 't register 1544 der Institutiones.
1627 Joannes Hubert pastor in Cippenaken. In het register n° 9Ibis (1625—35) wordt vermeld Joannes Houben (dezelfde?), na wiens dood benoemd wordt :
163. Otto zoon van Joannis Cruwen(l). De Visitatie van 1658 zegt dat rector is Joannis Crouppe, sche-