- 23 —

Schout: Frambach Kaudenbereh. Schepen: Heynrich Bavier (1).

„ Heynrich Eelman.

„ Johan Gans.

„ Jacob Happart.

Gerart van de Veels.

„ Winant Quade van Heer.

„ Johan van Oeys. t. II p. 271, n° 1276. 1428 Januari 3.

Schout: Johan van Oys tevens schepen. Schepen: Johan van Brede en de voorgen.

Geding register 1440-1467. Schout: Jacob Happart (2).

Schepen: Jacob Happart (sinds 1423 zie hiervoor). „ Hynrich Bovier voorn.

(sinds 1423 zie hiervoor). ,, Gerard van den Veels voorn.

(sinds 1423 zie hiervoor). Johan Tomoer van der Sargien. Gerat dictus Gordt Ccbben. „ Johan van Basilisbuer (3).

Gerart Clutten (4). (Dr. Doppler A. W.

II, p. 328, 1443 Fébr. 23).

Johan Bover (5). (Dr. Doppler A. W.

II, p. 328, 1443 Febr. 23).

Vergel. Dr. Doppler A. W. t. II p. 328,

n° 1368.

Dr. Doppler A. W. p. 305, n° 1431. 1456 April 23.

(1) Was schepen van Maastricht 1401-1440. t. II, p. 140 etc.

(2) Dit is ofwel Jacob Happart, brabantsch schepen van Maastricht 1411, schout 1419-1.426 en burgemeester 1418, wions vrouw Margaretha Eoedts heette of Jacob H. broeder van Olof Happard, schepen van St. Pieter. (Franquinet in Publications du Limbourg, t. XIV, p. 139-140.

(3) Johan van Baselisborn, ridder, roededrager van O.L.Vr. gezworene der stad Maastricht 1431-1434, 1438 ; leefde nog in 1458, gehuwd met Alida van den Veels eene adelijke fimilie, die hanr landhuis te Bemelen had. (Franquinet in Publications, t. XIV, p. 135).

(4) Gerart Clutten was waarsch. ook schepen van Maastricht van 1448 tot zijn dood 1452, rentmeester van Lenculen 1441, schepen van Penculen 1430-1449, schepen der proostdij van St. Servaas te Maastricht 1440, laat van den St. Petershof te Montenaken 1437 (Dr. Doppler A. W. t. II).

(5) Johan Bovyer tevens schepen van Maastricht 14 59 schepen van I.enkulen 1460, id. van Heugem 1458; schout van Bemelen 1462, laat van den laathof van O. L. Vr. kapittel te Veldwezelt 1460, laat v/d. St. Petershof te Montenaken 1464. (Dr. Doppler A. W. t. II).

Schout: Gilis van der Sargiën. Schepen: Lambrecht Cloes van Eckelroede. „ Johan Montenaken. „ Johan van der Vuelz. „ Winant van den Hove (6). Jacob Heckeler, benevens Bovier en J. T. van der Sargien voorn.

(Wordt vervolgd).

(6) Was tevens schout van Vleijtingen 1452 en schout van Sichem 1458, Dr. Doppler A. W. t. II.

Aanstelling van VRINT VRINTS tot substituut-Schout van het Luiksch hooggerecht te Maastricht,

21 Augustus 1593.

In voornoemd jaar 1593 was substituut-schout, ook wel vice-hoogschout gezegd, van het Luiksch hooggerecht te Maastricht Art uut den Broeck genaamd Samson; deze werd bij gelegenheid der magistraats hernieuwing in den loop van de maand Augustus van voormeld jaar gekozen tot Luiksch burgemeester dier stad. Het schijnt, dat die twee hooge posten niet vereenigbaar waren, dit blijkt duidelijk uit deze woorden van onderstaande commissie: „niet en kan het voorschreven officie bedienen". Daarom moest hij als substituut-schout een opvolger hebben, die gevonden werd in den persoon van Vrint Vrints, wiens commissie hier volgt: P. I).

Ernest van Gods genade gecoren ende geconfirmeert Ertsbisscop tot Geulen, des Heiligen Roomschen Rycx duer ftaliën Ertscancellier ende Cuervorst; Bisiscop tot Heldisheim, Luyck, Munster ende Frisingen : Administrateur tot Stavelot; Paltsgrave bij Rhijn; hertoch in Over- ende Neder-Beyeren, Westphalen, Engeren ende Bouillon; maregrave tot Franchimont, grave tot Leen etc, Allen ende yegelicken dengenen die deze onze opene brieven van Commissie zullen zien oft hooren lezen saluijt, Doen te weten, dat, alzo onzen lieven getrouwen Art uut den Broeck genoemt Samson substituijt-Scholtet onzer stadt Maestricht om borgemeester gecozen te zijn der zeiver onzer stadt, niet en kan het voerscreven officie bedienen, wij willende tot d'executie van het selve officie verzien, ende een goet vast betrouwen hebbende inde vroomheit, neersticheit, ende experientie wezende inden persoen van onzen lieven beminden Vrint Vrints hebben den zeiven bij forme van provisie gestelt ende geinstitueert, stellen ende insti-