1<>3

uit de pees.

Vooropstellende, dat de rol onzer zeemacht, zooals trouwens onzer geheele strijdmacht, strategisch beschouwd, steeds eene defensieve zal zijn — waarbij immers het optreden ver van de vaderlandsche kust, met welk doel ook, uitgesloten is — zal haar optreden in tactischen zin een tweeledig karakter moeten dragen; namelijk offensief, waar zij zich op de kust buiten de zeegaten begeeft, tot het open houden der havens, het bemoeilijken eener blokkade, en zooveel doenlijk afweren eener landing ; defensief, waar zij, al of niet in vereeniging met de landmacht, het binnendringen in de zeegaten belet en de accessen te water tot de landzijde der vesting Holland verdedigt.

Ook voor hen, die zich in de zaken van het krijgswezen leek willen noemen, meenen wij zonder nader betoog als aangenomen te kunnen beschouwen, dat het aanbeveling zal verdienen, waar mogelijk, het materieel zoodanig te kiezen, dat het bij beide categorieën van oorlogshandelingen te gebruiken is; en aangezien nu eenerzijds, tot zekere hoogte, in vergrooting der afmetingen van de oorlogsschepen verschillende voordeelen voor de betrekkelijke strijdwaarde zijn gelegen, on, aan de andere zijde, bij verscheidene onzer zeegaten met beperkten diepgang rekeningmoet worden gehouden, dringt zich deze regel op den voorgrond, clat onze defensie-schepen zóó groot moeten worden genomen als bestaanbaar is met den eisch van volkomen geschiktheid voor het defensief optreden onder alle omstandigheden.

Uit dezen hoofde kunnen wij geen vrede hebben met den diepgang-eisch, bij het plan van den minister van dee Wijck gesteld voor de zes pantserschepen, gewijzigd type „Kortenaer" en de drie monitors, type A, deze laatste bestemd voor de zuidelijke zeegaten.

Voor eerstgenoemd type is 54 dM. diepgang aangenomen; raadpleegt men echter de in den handel verkrijgbare kaarten en beschrijvingen onzer zeegaten, dat vindt men, dat schepen van 60 dM. diepgang bij gewoon laag water het Schulpengat naar de reede van Texel en bij half tij het Stortemelk (Vhegaten) kunnen bevaren; eveneens bij half tij door het Slijkgat op het Haringvliet kunnen komen, terwijl bij hetzelfde watergetijde de gemeenschap binnendoor tusschen Texel en het Vlie verzekerd is. IJmuiden en de Nieuwe Maasmond laten, zooals bekend, veel grooteren diepgang toe; meer dan het bovenstaande behoeft voor de defensie niet te worden verlangd.

Het is van deze schepen dat, behalve de bloot defensieve rol, bij de verdediging van cle gaten van het Noorderfrontier te spelen, in de eerste plaats het offensief optreden m daartoe gunstige omstandigheden buiten de zeegaten mag worden verwacht; het is daarom zaak, dat de ontwerper zich, bij het bepalen der afmetingen, niet meer dan strikt noodig door den eisch van beperkten diepgang aan banden ziet leggen.

Ten bewijze, hoezeer het gewenscht is, bij het ontwerpen van pantserschepen voor dit doel over eene grootere waterverplaatsing te kunnen beschikken, beschouwe men de eigenschappen