1(11)

OEFENINGSTOCHT HE. MS. „ZEELAND"

tige vergezichten op de baai en kijkjes in 't binnenland, 't welk overal welig begroeid is.

De beschrijving van de voornaamste eilanden der Antillen, uitgegeven na de reis der „Zriniy" door de redactie der „Mittheilungen" bevat aangaande St. Lucia eene waarschuwing omtrent 't groot getal zeer vergiftige slangen, zoo zelfs dat cle inboorlingen niet dan. op 't midden der wegen zouden durven loopen. Op onze informatie daaromtrent, deelde de Consul ons mede dat hij reeds ± 15 jaar op 't eiland woonde en slechts tweemaal een goedaardige slang daar had gezien, en dat men van de „Zriniy" niet aan den wal was gekomen uit vrees voor de slangen, welke slechts in hunne verbeelding hier huisden. Op 't eiland meent men dat nog slangen aangetroffen worden bij enkele kolensteigers. De slangen die vroeger op 't eiland waren zijn dooiden invoer van eenige vogelsoorten uit de Kaap bijna geheel uitgeroeid. Over 't algemeen is St. Lucia een dure plaats en wel in het bijzonder wat betreft rijtuig' of paardenhuur. Voor een rijtuig met een paard gedurende P/s uur moest „1 £ only" betaald worden; 't paard rijden was ongeveer even duur.

Gedurende ons verblijf kregen wij bezoek van een paar officieren der landmacht en wel van een der Royal Artillery en een van het West-Indisch regiment, welk bezoek den volgenden morgen beantwoord werd en waarbij de ontvangst zeer hartelijk was. Het meest frappeerde hun het voor de tropen zoo warme en onpractische tenue, waarin onze officieren dit bezoek moesten afleggen op het warmste gedeelte van den dag tegen een weinig schaduwrijken bergweg op. Hun messroom was koel, ruim en aangenaam ingericht en zij lieten ons o. a. ook hun uniform voor de tropen bezichtigen, bestaande uit een grijs linnen korte jas en broek, welke hun zeer netjes stond en volgens hun zeggen zeer practisch en geriefelijk was.

Den laatsten dag van ons verblijf gaf de Hollandsche consul een „at home" op zijn estate en werd door 't grootste deel van den etat-major van de „Suriname" en „Zeeland" daaraan deelgenomen. Zij troffen daar met den gouverneur van St. Lucia, vele aardige meisjes en eenige autoriteiten uit Castris aan en het was een bijzonder geanimeerd feest, waarvan 't eind oorspronkelijk gesteld op 8Ll verschoven werd tot over tienen. Gedurende het feest werd nog van Hr. Ms. „Zeeland" met't zoeklicht gewerkt, wat de negers aan den wal en de visschen aan de oppervlakte van 't water, telkens als zij toevallig beschenen werden, aan 't rondspringen bracht.

Het vertrek was bepaald op den 8en te 811 v.m. en te voren werden de sloepen uitgedraaid en voorgeheschen ten einde de tenten te kunnen gereedmaken. Bij het voorhijschen der barkas slierde gedurende het beleggen van het achtertakel de stoppelen schoot de barkas aan de achterzijde naar omlaag, waarna 't voortakel losgegooid werd en de barkas onder een weinig helling te water plofte van + 6 M. hoogte, waarbij echter helaas eenige ongelukken voorkwamen. Ben der schepelingen raakte