82

de ooklog tee zee en zijne lessen dooe captain mahan.

Sampson naar de Windwardpassage zou vertrekken voor observatie met het plan verder om de Oost te gaan als dit raadzaam mocht blijken. Dienovereenkomstig vertrok de admiraal op 4 Mei, vijf 'dagen nadat Cervera de Kaapverden verlaten had, naar de aangewezen positie, met zich meenemende al zijn gepantserde sea-going schepen - „Iowa", „Indiana", „New-York" - en twee monitors, „Amphritite" en „Terror". Uit den aard der zaak vergezelden hem eenige kleine kruisers en een kolenboot. . . ,.

Het is haast overbodig te zeggen dat deze beweging, indien zij ondernomen werd, gedaan moest worden zooals geschiedde met de geheele beschikbare macht, deze te klein zijnde voor verdeeling. De monitors vertrokken stipt op tijd, schoon gelaten, om nog een oude les van den zeeoorlog nieuwe kracht te geven: de noodzakelijkheid van homogeniteit, inzonderheid ten^ aanzien van vaart en manoeuvreervaardigheid, in schepen, die bestemd zijn om samen te ageeren. r) Op zijn zachtst genomen van inférieure snelheid moesten zij, dank zij hun geringen kolenvoorraad en om het oponthoud der geheele macht tengevolge van hun herhaald stoppen om kolen over te nemen, zooveel mogelijk te verminderen, elk door een gepantserd schip op sleeper genomen worden, een redmiddel dat, al was het 't beste dat men te baat konde nemen, eindeloozen last en herhaald stoppen wegens breken van sleeptrossen veroorzaakte.

Kort voor middernacht van 7 Mei was het eskader 20 mijlen noord van Kaap Haïtien, ongeveer 600 zeemijlen oost van Havana. Daar vernam men door telegrammen van het Departement dat nog geen inlichtingen waren ingekomen over de bewegingen van de Spaansche divisiën, maar dat twee snelle stoomers, de „New-York" (later „Harvard" genaamd) en de St. Louis", behoord hebbende tot de American Transatlantic, uitgezonden waren op verkenning oostwaarts van Martinique en Guadeloupe. De instructie van deze schepen was langs eene Noord- en Zuidlijn op 80 mijlen van genoemde eilanden te kruisen. Zij ontmoetten elkander op het midden eens per dag, hadden communicatie en keerden dan in tegenovergestelde richtingen terug naar do uiteinden van de lijn. Ingeval de vijand ontdekt werd zoude natuurlijk van de naastbij zijnde haven telegrafisch bericht naar Washington gezonden worden en, indien bereikbaar, naar den Admiraal. De twee schepen moesten dezen dienst verrichten gedurende zekeren tijd, die zorgvuldig berekend was op de langzaamste te verwachten vaart van de Spaansche divisie, indien deze dien weg koos; daarna zouden zij naar een bepaalde plaats gaan om te rapporteeren. Er kan hier bijgevoegd worden dat zij hun vollen tijd uitbleven en toch den vijand misten, zij het ook slechts een haarbreedte. De Commandant van de „New-York" („Harvard") deelde later aan schrijver dezes mede dat hij geloofde met nog eenzelfden slag om de

1) Zie noot op blz. 73. De cursiveering van »oude" is van o.g. Vert.