74
de oorlog ter zee en zijne lessen door captain mahan.
tijdperk, toen Cervera in Santiago lag, is zeker. Hieraan danken wij waarschijnlijk, te oordeelen naar de in de Cortes gebruikte woorden, den' wanhopigen uitval welke hem in onze handen deed vallen en Spanje tot onvermijdelijke onderwerping bracht. „Een „langer verblijf van Cehvera's divisie in Santiago en hare schijnbare werkeloosheid", verklaarde een voornaam marinetijdschrift in Madrid, dat twee dagen vóór het vertrek en de vernietiging van het eskader verscheen, „veroorzaakt eene merkbare strooming „van pessimisme en van onvriendelijke gevoelens jegens de „marine, meer bijzonder sedert de Yankees geslaagd zijn in de "door hen voorgenomen landing. Deze publieke gezindheid, welke „in sommige bladen met onbeperkte openhartigheid uitdrukking ,','vond, werd in het congres gesanctionneerd, toen een van de "leden der oppositie zeer onbedachtzaam zijne gevoelens lucht "gaf en zich op eene voor de marine krenkende wijze over haar "uitliet, alsof het van haar af hing of zij meer of minder schepen ,"sterk was." De Minister van Marine in de Cortes antwoordende, gaf zonder tegenspraak de volgende paraphrase van de gebezigde woorden, welke naar het scheen eene echo van de volksstem waren: — „Gij vraagt: waarom liep het eskader na het ..bereiken van Santiago niet uit en waarom gaat het nu niet ^,naar buiten? - Gij vraagt verder: Indien het niet uitloopt, "indien het niet overhaast den dood zoekt, welk nut heeft een "eskader dan? Waarvoor zijn vloten gebouwd, als het met is "„om vernield te worden? — Wij moeten aannemen, Senor Romero ^Robledo, dat in dit geval uw woorden noch uitdrukken wat "gij wildet zeggen, noch wat uwe werkelijke bedoeling is." Niettemin schijnen zij niet verbeterd, noch teruggenomen te zijn en aan den prikkel, welken zij en andere van dezelfde strekking uitoefenden, is ongetwijfeld de uitdrukkelijke order van het ministerie te danken, ingevolge welke Cervera zijne ankerplaats verliet.
Evenals wijzelf had onze vijand bij den aanvang des oorlogs zijne vloot in twee smaldeelen verdeeld. Het eene nog wat vormloos en nog niet gereed, maar zeer krachtig, was in de havens van het schiereiland, het andere, dat van Cervera, op de Kaapverden, eene Portugeesche bezitting. Het laatste had werkelijk buitengewone eigenschappen, zooals onze Italiaansche schrijver gezegd heeft. Het was van bijzondere beteekenis in algemeenen zin, omdat het homogeen was en uit schepen met buitengewone offensieve en defensieve eigenschappen bestond; het was van bijzondere beteekenis te onzen aanzien in het bijzonder, omdat wij maar twee schepen van dezelfde klasse hadden - de helft van de kracht - de „New-York" en „Brooklyn"; en bovendien, wij hadden geen torpedokruisers om tegenover de drie te stellen welke het Spaansche eskader vergezelden. Deze kleine schepen, zonder twijfel een blok aan het been van een vloot welke uitgestrekte strategische bewegingen in een moeilijke zee uitvoert, omdat zij niet immer post kunnen houden, zijn een ontzagwekkende hulp - van tactischen aard - op den dag van den strijd, inzonderheid wanneer de vijand er geen bezit; en de