HET SPORTBLAD.
9
delijk door goedgeplaatste ballen hunne voorhoede tot wat meer activitieit aan te zetten doch steeds is der Spartanen half backlinie,, die hedenmiddag al een byzonder goede bui seheen te hebben, aanwezig om alle onheilen, tenminste door een Spartabril bekeken, te voorkomen.
Ook had meergenoemde halfbacklinie hedenmiddag de loffelijke eigenschap steeds göed naar de voorhoede over te geven doch deels door bangheid deels door slecht schieten gaan de mooiste kansen verloren.
Muller laat vervolgens een mooi staalte solospel zien, drie, vier spelers passeert hij, voor het doel gekomen weet Meulen hem echter nog juist den bal af te nemen, weer volgt een ren doch nu naar de andere helft, maar Ruffelse is te langzaam zoodat de alom-aanwezigzijnde zwarte backs gelegenheid hebben het leder te retourneereh, doch Muller trapt over.
Van den aftrap gaat De Groot er vandoor, hij rent alles voörbij doch voor het doel gekomen faalt hij.
Nadat Ruffelse nog eenige malen zijne capaciteiten in het naast schieten heeft vertoond, is de eerste helft om met het resultaat dat men voorloopig eindigt zooals men begonnen is. In de pauze hoorden wij grootsche plannen van Rufftlse, zoodat het niet anders kon of Sparta moest winnen.
Direct na den aftrap loopen zij zoo hard van stapel dat zelfs de grootste pessimist niet meer aan een Sparta-o verwinning twijfelde. Het duurt echter toch nog 10 minuten voordat Sparta no. 1 scoort door een misverstand tusschen Taylor en v. Leyden. De grensrechter de heer Buskop had nl. zijn vlag opgestoken zoodat v. Leyden terecht meende dat de bal buiten spel was, doch na opheldering bleek dat de heer Buskop wilde appeleeren voor een strafschop, terzelfder tijd werd echter gedoelpunt, zoodat Buskop zijn vlag neerhaalde.
Nu is H.B.S. een weinig down. Wolk zet mooi voor doch iedereen mist. Dit is echter slechts uitstel van executie, want uit een prachtig geplaatsten hoekschop van laatstgenoemden speler ontstaat een scrimmage, waaruit de bal via den rug van v. Leyden, in het net belandt. De derde goal ontstaat uit een mooi schot van Ruffelse nadat hij eenige malen pech heeft gehad met schoten tegen paal en lat.
Als er nog slechts 7 minuten te spelen zijn gebeurt er een klein incident. Kruythof loopt op de Korver, die den bal heeft toe, Bok houdt hem echter af en door zijn vaart maakt de H.B.S er een salto-mortale en komt zeer ongelukkig op zijn arm terecht zoodat dit lichaamsdeel eenigszins ontwricht werd. Dr. van Veen, op het terrein aanwezig, was dadelijk bereid een verband te leggen. De Korver had er absoluut geen schuld aan wat de Hagenaar dan ook direct erkende. Na eenig oponthoud wordt verder gespeeld, er gebeurt echter niets merkwaardigs meer, zoodat Sparta door een mooie 3—0 overwinning weer een plaatsje op de competitie-ladder geklommen is.
Bg Sparta waren Konert en v. d. Meulen de sterren van het veld, ook de Vries en Eshuys waren uitstekend. Van de Korver iets te zeggen is overbodig. Hij speelde zijn gewone spel, dat zegt genoeg. Verduin, die zeer weinig te doen
kreeg behandeHe wat hij nog kreeg uitstekend* H.B.S. heeft de betrekkelijk lage score te danken aan van Leyden en Kuneman, de anderen speelden minder goed. Zou eerstgenoemde geen goed plaatsvervanger wezen voor Stom ?
D.P.C.—Haarlem. 4—1.
D.F.C. kwam met een onvolledig elftal in het veld, nl.: Beeuwkes, J. Bouvy, Bozua; Kooyman, H. Koopman en P. Koopman, Scheffer, van Heek, Sunderman, „Van Veen" en Spaan. Haarlem, dat aan hetzelfde euvel mank ging, stelde daar tegenover: Utermark, Stol en De Kok, Seidel, Healv, Veen, van Stirum, Jan v. d. Berg, Leslie Miller en v. d. Meij.
Talrgke toeschouwers stonden om twee uur langs de zijgrenzen, toen de heer Dijxhoorn het aanvangssignaal gaf. Onmiddellnk bleek, dat beide partijen van plan waren, zich tot het uiterste in te spannen, want er werd flink en krachtig gespeeld. Partgen waren goed aan elkaar gewaagd en gaven elkaar geen duim grond toe. Snel verplaatste het spel zich. Jan v. d. Berg bracht herhaaldelijk met de zijnen een bezoek aan de Dordtsche verdediging, welke echter met succes steeds het gevaar keerde. J. Bouvy was, als altijd, pittig, vastberaden en tactisch en Bozua toonde zich een lid der jongere garde, waarvan nog veel te verwachten is.
De gebroeders Koopman in de middenlinie gaven het gewone flinke spel, onvermoeid werkten ze door, evenals Kooyman, die ook met succes zijn mannetje stond. Werkelijk, de Haarlemsche voorhoede kon op dit hechte stel, waarbij Beeuwkes zeker niet mag worden vergeten, geen overwicht verkrijgen.
De Dordtsche voorhoede werkte krachtig. Vlug werd steeds de bal opgebracht, maar het was niet gemakkelijk Utermark te naderen. Haely, in de middenlinie, verijdelde menige kans. Overal, waar het gevaar dreigde, was hij present, en menigen aanval keerde hij. Ook Stol en De Kok waren op hun plaats, en met forsche trappen zuiverden zij het terrein.
Hoewel het spel om en om ging, was het eerst Dordt dat doelpuntte. Een voorzet van den linkervleugel -*- welke den geheelen middag bijzonder op dreef was — werd door Sunderman benut en langs Utermark gekopt.
Allen dachten, dat de gelijkmaker zou komen toen een strafschop tegen Dordt werd gegeven. Maar, huizenhoog vloog het leer over het doel heen, dat verder vóór rust niet werd ontheiligd.
Na de pauze deed Haarlem, wat daarvoor niet was gelukt: gelijkmaken. Weer werd een strafschop toegestaan, dien Jan v. d. Berg met een harden schuiver in een doelpunt omzette. Toen waren we nog een tijdje bang, dat Haarlem de leiding zou nemen, doch, dank zij weer den Dortschen linkervleugel en verderde geheele voorhoede, toonde Dordt zich de sterkste. Bij regelmatige tusschenpoozen werd nog drie maal gedoelpunt, als we ons niet vergissen alle drie keer door Sunderman. Doch het leeuwenaandeel van dat succes behoort den linkschen aanvallers, die bijzonder hun dag hadden,