HET SPORTBLAD.
7
B. STOM.
Slechts enkele dagen nadat dit nummer in handen der lezers is gekomen, zal een der meest populaire Hollandsche voetballers van uit Rotterdam ons land verlaten om verder in Indië zijn vaderland als officier te gaan dienen.
Ik bedoel onzen „international" B. Stom.
Werkelijk, een merkwaardige figuur zal met hem van onze velden verdwijnen, een figuur die we nog zoo gaarne 'n paar jaren in ons midden gezien zouden hebben. Z'n plicht roept hem echter naar Iosulinde en we kunnen niets beter doen dan hem toe te wenschen dat zijn militaire loopbaan even gelukkig moge zijn dan z'n optreden op onze groene velden.
Stom leerde z'n voetbal in Apeldoorn bij Robur et Velocitas, verbeterde het te Alkmaar op de cadettenschool en volmaakte het ten slotte in het VelocitaB elftal te Breda.
Ik herinneren me nog, eenige jaren geleden — in 1904 ~ eens als scheidsrechter bij een wedstrijd van de Alkmaarsche Cadetten in Alkmaar gefungeerd te hebben en reeds toen viel me zijn uitstekend spel op, zoodat het me dan ook niets verwonderde hem in September van hetzelfde jaar, als achterspeler van het Velocitas elftal bij de zilveren-voetbalwedstrijden op het Schuttersveld weer te zien, waarbij hij een niet gering aandeel in de overwinning der cadetten had. En sinds dien tijd heeft Stom geregeld de blauwwitte kleuren verdedigd, terwijl hij het laatste jaar H.F.C eenig maanden terzijde gestaan heeft.
En dat zijn capaciteiten ook buiten zijn vereeniging werden gewaardeerd bewijst het feit dat hij, zoolang hij in de eerste klasse gespeeld heeft, aan alle wedstrijden van het Nederlandsch elftal, en dat waren er niet minder dan 12, heeft deelgenomen terwijl hij bovendien met de H.V.V. een toer door Oostenrijk meemaakte.
Stom was niet alleen een speler met enorme capaciteiten, maar ook iemand met een bewonderenswaardige wilskracht en gloeiende geestdrift.
In de gewone competitiewedstrijden was zijn spel altijd goed maar niet altijd schitterend en vooral in den laatsten tijd zag ik wedstrijden van hem die z'n groote reputatie onwaardig waren.
Maar zoodra betrof het niet een internationale ontmoeting of bij was in zijn besten vorm en ik durf gerust te verklaren dat hij nog geen enkele maal in 'n international heeft gefaald.
Hoe goed herinner ik me nog dat ik voor den wedstrijd tegen Engeland hem in de beide proef wedstrijden zag spelen. Met 'n bezorgt hart dacht toen menigeen wat moet daar in Engeland van terecht komen, en ook hijzelf
voelde zich eemgszms ongerust zoodat nyj zelrs aan de commissie in overweging gaf een ander in zijn plaats te kiezen. De commissie wist echter wat ze aan Stom had en ze bleek juist gezien te hebben.
Nog hoor ik hem op de terugreis uit Antwerpen na z'n laatste international het bovenstaande vertellen, hoe hij zich, na den proefwedstrüd in Rotterdam heilig voorgenomen had
om zich te Darlington volkomen te geven en hoe hij dan ook aan de commissie berichtte, dat ze op hem kon rekenen. En wie met mij het voorrecht gehad heeft hem te Darlington met al z'n energie en enthousiasme te zien strijden tegen reusachtige overmacht, zal zich afgevraagd hebben, is dat dezelfde Stom van verleden week op het Schuttersveld?
Wat hij toen gedaan heeft grensde aan het wonderbaarlijke en het vleiend oordeel der Engelsche critici op z'n spel was hiervan het beste bewijs.
En dan z'n spel op 29 Maart jl. te Antwerpen f
Eenige weken voor dezen wedstrjjd las hg" in Berlijn in de Hollandsche bladen, dat de commissie voor de samenstelling van het Nederlandsch XI zocht naar een plaatsvervanger voor hem. Tegelijkertijd vernam hij iets van het huldeblijk, dat voor hem in voorbereiding was en hij werd door die blijken van sympathie zoodanig getroffen dat bij, ondanks de groote bezwaren, die hieraan verbonden waren, besloot zich nogmaals, en dan voor de onherroepelijk laatste maal, beschikbaar te stellen.
Met beide handen werd z'n aanbod geaccepteerd en z'n schitterend spel zal iedereen die den wedstrijd bijwoonde nog lang in herinnering blijven. Zeide ik daarom in den aanhef te veel toen ik verklaarde dat met hem een merkwaar' dig figuur onze velden gaat verlaten ?
Stom vormt een deel van onze voetbal historie en al moge ook duizenden kilometers hem van onze Hollandsche velden scheiden, toch zal z'n spel en z'n persoon steeds een eereplaats in onze herinnering blijven innemen.
In één adem zal men later zgn noemen met die van „Piek" Hisgen en Willem Hesselink en dat is wel de schoonste lof die men hem als voetballer geven kan! C. J. G.
r
Het beste middel om verkoudheid te voorkomen of spoedig te doen overgaan is, om steeds een EMSÈR PASTILLE in den mond te nemen.