HET SPORTBLAD.
5
F.I.F.A. internationale amalourswedstrijden geregeld heeft, daar op het voorafgaande Congres uitdrukkelijk was bepaald, dat voor dat jaar de bonden zelf deze zaak konden regelen.
In het in dit blad gepubliceerde verslag van het Congres werd hiervan mededeeling gedaan.
Dé F.A. heeft dus niet in het minst de Statuten van de F.I.F.A. geschonden, zooals de Sportkroniek wil doen voorkomen.
Ziehier slechts eenige onjuistheden in het betoog van de Sportkroniek.
• * *
In een antwoord in No. 38 van dat blad gegeven op hetgeen we over deze kwestie aan het adres der Sportkroniek reeds eerder schreven, begint de redactie met de mededeeling: „Het Sportblad heeft in zijn jongste nummer stelling genomen tegen dé amateurs."
Behoeven we er nog op te wijzen dat dit volkomen onjuist is. We zijn volbloed aanhangers van het amateurisme. We hebben echter
stelling genomen tegen de A.F.A.
* * *
Het bovenstaande was reeds gezet voor de verschillende antwoorden welke de sportkroniek op hare vragen ontving, gepubliceerd waren.
Twee deze antwoorden hebben we met bijzondere belangstelling gelezen- Ze geven vrijwel geheel onze meening weer en daar er enkele nieuwe gezichtspuntan in geopend worden laten we ze hieronder volgen.
De heer Hirschman dan schrijft als volgt:
„De circulaire van 20 Maart j.1. heb ik ontvangen en mija antwoord op de beide vragen is een: beslist neen.
Het spijt mij, dat ge deze werkwijze van circulaires rond te zenden welke een zeer moeilijk en ingewikkeld probleem eenzijdig belicht, te baat neemt om dan aan clubs na deze eenzijdige voorstelling hun opinie te vragen.
Heeft men de zaak van twee kanten gehoord, dan nog is 't voor een onpartijdige, die zich niet door 't woord „amateur" laat verblinden moeilijk een weloverwogen decisie te nemen.
Wat voor waarde h nu te hechten aan de ingekomen antwoorden ?
Als ik van niets af wist en mij werd na lezing der ontvangen circulaire mijn meening gevraagd dan zou ik misschien ook zeggen dat ik voor de „Amateurs" was.
Laten we toch de zaak neutraal behandelen en ons niet in eens andermans zaken steken ; wat gij nu gaat doen is de tweedracht in een ander land overplanten in ons eigen land en de menigte, welk niet of slecht ingelicht wordt, een oordeel opdringen.
Kleine middelen om voor de zaak der „ Amateurs" stemming te maken worden niet versmaad, waarom b. v. dat gescherm met het woord „limited" achter de F.A.
Dat wekt den schijn alsof de F.A. een geldinstituut is, terwijl 't toch slechts ten doel heeft de bestuursleden van persoonlijke financieele verantwoordelijkheid 'tegenover de buitenwereld te ontlasten, hetzelfde dus waarom bij ons de clubs rechtspersoonlijkheid aanvragen.
Waarom b v. aangehaald dat „het niet onwaarschijnlijk is dat de Bel ische en Zwitsersche bonden het voorbeeld van den Fracschen bond zullen volgen f
Eerstens zal men goed doen af te wachten wat de Fransche Bond in werkelijkheid doen zal. Voorts behoort de Belgische Bond tot een der krachtigste medestanders van de F.A. in deze kwestie.
Van den Zwitserschen Bond weet ik niets, maar waaruit distilleert gij de opioie, dat deze bond de U.S.F.S.A. zal bijvallen ?
Wanneer men tot zulke kleine middelen zijn toevlucht moet nemen, geeft dit geen hoog denkbeeld van de sterkte van de zaak, die men voorstaat.
Overigens bevinden zich in de circulaire tal van onjuistheden, maar wat baat het daarop attent te maken.
Wanneer men zich a priori op het standpunt stelt een zaak te verdedigen inplaats van zijn oordeel te geven na onderzoek en na gehoord beide partijen, dan is de moeite om deze onjuistheden te rectificeeren toch verspilde tjjd.
Ge zult zeggen dat ik ook niet onpartijdig ben; indien ge h9t vertouwen in mijn eerlijkheid niet hebt dan kan ik u dit niet schenken.
Maar dan wil ik wel verklaren, dat ik zonder eenig vooroordeel de beweringen van beide partijen onderzocht heb en tot conclusie ben gekomen dat wij in 't algemeen als vreemdelingen, onbekend met Eagelsche zeden, toestanden en persoonlijkheden, geen positief oordeel over deze zaak kunnen hebben. Men hoort beweringen, onder de motieven die van beide kanten aangevoerd worden, die niet te controleeren zijn en die men alleen kan apprecieeren als men zelf Engelschman is. Zeer waarschijnlijk zal men dit niet willen aannemen van -mij, maar na lang over de zaak te kibbelen en dan na heel wat onrust en herrie gesticht te hebben zal men moeten erkennen: eigenlijk kunnen we de zaak niet beoordeelen. Daarom vind ik 't zoo jammer, dat men op zoo'n luidruchtige wijze de zaak hier introduceert en dat de gevoerde actie tot gevolg zal hebben de vorming van 2 kampen die tegen elkaar opgezweept worden.
En dat alles zoogenaamd om het Engelsche amateurisme.
Gold het ons amateurisme, moest dat inderdaad zuiver gehouden worden, welnu dan was 't een geheel andere, een zuiver nationale zaak ; maar zich nu te steken in zaken die men moeilijk beoordeelen kan. Laat de Eng. amateurs toch zelf onderling den strijd uitvechten.
Dat de amateurs van de F.A. verkapte beroepsspelers zijn, is een insinuatie, die niet mag voorkomen in een eerlijke strijdwijze. Dat er kaf onder het koren is, kan men wel vaststellen zonder iets van de zaak af te weten, maar een enkel feit mag men niet generaliseeren ; ook bij ons zullen wel overtredingen tegen het zuiver amateurisme begaan worden zonder dat men daar achter komt of ze bewijzen kan. Is de N.V.B. daarom geen zuivere amateur-organisatie ?
En wanneer de A.F.A. eens 250.000 amateurs telde, zouden er dan ook geen zwakke broeders bij zijn ?
Nogmaals, na veel gewrijf en gekijf zal men waarschijnlijk tot de conclusie komen dat het eenig juist standpunt dit is: dat wy ons afvragen wat moet de houding van den N.V.B.