71
BESCHOTWERK VAN SCHEPEN.
In Rotterdam maakt liet beschieten van schepen geen bepaald vak van nijverheid uit. Somtijds neemt de scheepmaker dit werk op zich, doch veelal is het eene bijzaak van den huistimmerman. Het hangt natuurlijk van den zin en den smaak der reeders of van de bestemming der schepen af, of de kajuit en kerk met meer of minder pracht betimmerd worden, of dat deze betimmering alleen uit geverwd wit hout bestaat. In het eerste geval gebruikt men daartoe mahonyhout, met deurpaneelen van amerikaansch mapplehout en pilasters van satijn- slangen- en zebrahout. De sloten en hangen zijn gewoonlijk geheel van koper vervaardigd, om het roesten door zeewater te voorkomen. Deze hangen en sloten zijn duitsch fabrijkaat, en laten dikwijls, wat netheid en deugdzaamheid aangaat, veel te wenschen over.
De bijzonderheden betreffende loonen, werklieden en materialen komen bij het scheepsbeschieten meestal overeen met hetgeen bij den huishouw aangetroffen wordt.
SCHEEPSBOUW EN DAARTOE BETREKKING HEBBENDE BEDRIJVEN TE AMSTERDAM, LEIJDEN, KROMMENIE, SAPPEMEER EN HOOGEZAND.
Uit de berigten omtrent den scheepsbouw te Amsterdam, blijkt dat die tak van Nijverheid zich aldaar in geen bloeijenden toestand bevindt. Op de 23 werven zijn te zamen ruim 1000 werklieden, wier loon voor den zomer op ƒ 1,80, voor het voor- en najaar ƒ1,50 en voor den winter op ƒ1,20 geschat wordt. Vele scheepstimmerlieden hebben echter van tijd tot tijd te vergeefs naar werk gezocht. De hoogte waartoe de prijzen van meest alle deugdzame artikelen tot den bouw en de uitrusting van schepen benoodigd, gestegen zijn, maakt de vooruitzigten voor de vrachtvaart