VAN.GELEERDH. EN LETTERK, INGROOTBRITTANJE, 155

ftukken niet gering is. De luide goedkeuring van het publiek bewijst zulks reeds; en de Engelfehe kunst.regters zijn, * weet men, itreng, maar nogtans vonden de onians ukgekomene gedichten bij hen meer lof, dan afkeuring; wij willen "hier voornamelijk de volgende :Vermelden.

Helga, a Polm in feven Cantos. By the honora1>U w. herbert, trok de opmerkzaamheid .• van het publiek Sterk' aan. Want de dichter, een man van voorname geboorte, en erkende talenten, ontleent hier zijne Stof uit de Sagas der Noordfche landen, en de Scandinavifcbe fabelkunde; en zijn voojftbrengfel beveelt zich door eene nieuwheid en fiischheid aan , welke den lezer kluistert; ja het bevredigt tevens hoogere eifchen, Eene jammerlijk ongelukkig uitgevallene po.ging is daarentegen: opoleyca, or a tale of Ine!, aPoëm in four Geinlos. By bertie ambrosse. De fchrijvef zocht, op zijne terugreis uit Indië, een hulpmiddel tegen de verveling, en ftelde dit gedicht op, waarbij hij zich intusfchen, naar het eenparige oordeel, noch tot dichten geroepen toont, noch met de voorloopige kennis, welke er tot zulk een onderwerp ver.eischt werd, toegerust.

Zekere heer orger heeft eene Translation of ovids Metamorphofis geleverd, welke zeer geprezen wordt. De gedichten van creech, die een' geruimen tijd lang een der voornaamfte boekhandelaars van Edinburg was , en zich aldaar eene groote achting verwierf, zijn na zijnen dood gezamenlijk, onder den titel van Edinhurgh Fugitive Pièces, met eeu lezenswaardig voodoo» pig berigt nopens des Schrijvers leven, in het licht verfchenen. Een zeer bijzonder opzien baarden de Relicks of' melodino, translated by edw. lawson, Efq. from an unpublifhed Manufcript, dated 1645, 8". De overzetter verzekert, dat er hem een dik Handfchrift vol Spaanfche gedichten, die den naam van zekeren melodino voerden, en tot het midden der 17de eeuw behoorden, in handen viel , en hij daarin zoo veel goeds vond, dat hij het der moeite waardig achtte, eenige uitgekipte Hukken te vertalen. Daar men intusfchen den naam van melodino nergens anders aantreft, houdt men deze Voorrede voor eene bloote fictie, beftemd, om des te meer opmerkzaamheid voor de gedichten te winnen. Het zij hoe het wil, de heer

LAW-